Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Het had zijn meester door kruitdamp en kogelregen gedragen, had de kogels hooren zingen en fluiten, had gebeten, geslagen en meegestreden, toen de vijanden op hem indrongen, was met zijn keizer over het gevallen paard van den vijand heengesprongen, had de kroon van goud, het leven van zijn keizer gered, en daarom kreeg het paard van den keizer gouden hoefijzers.
Een dergelijke ervaring deden ook enkele losse knechts van een slager, een hoefsmid en een timmerman en den bediende van een manufacturenzaak op, die respectievelijk voor hun dagwerk ontvingen een schapenvel, een dozijn hoefijzers, een stuk dennenhout en twee el rood flanel.
Hier wonen zeker bloedverwanten; ik zal eens zien, of ik iemand vind, met wien ik omgang kan hebben. Trotsch ben ik; dat is mijn trots!» En nu drentelde hij over den mesthoop rond en dacht aan zijn schoonen droom van het doode paard en de geërfde hoefijzers. Daar pakte een hand den mestkever eensklaps beet, drukte hem en draaide hem om en om.
Voeg daarbij halve laarzen met hoefijzers, een hoogen hoed met zeer smallen rand, het haar in een kuif, een dikken wandelstok, en gesprekken gekruid met kwinkslagen van Potier. Bij dat alles sporen en knevels. In dien tijd duidden snorbaarden burgers aan, en sporen voetgangers. De pronker in de provincie droeg langer sporen en wreeder snorren.
De wereld draait rond, hij draait mee en er is maar één verschil en dat is: dat hij van het draaien geniet. En dat geeft of verdeelt men met den besten wil der wereld niet aan anderen.... Als hij uit het bosch kwam, hoorde hij op den steenweg veel moe paardengetrap en rinkeling van losse hoefijzers. Uit den smoor doken, tegeneengedrumd, een twintig afgeleefde peerden op.
Van ijselijke bedreigingen tegen zijn leven af tot zachter dreigementen, zooals een stoot midden in zijn gezicht, van betooverde konijnenpootjes tot gelukaanbrengende hoefijzers, van vage aanbiedingen tot het kwart millioen dollars, aangeboden door onbekenden, die er zelf niet verantwoordelijk voor waren, kende hij alles wat de mail hem aan verrassingen kon brengen.
Na dien held heeft niemand het meer bestegen, wijl ieder vreest er de lucht mee in te gaan. Evenwel is het het makste en beste dier van de wereld. In een ommezien brengt het zijn berijder in de verst verwijderde werelddeelen, en heeft daarbij het voordeel, dat het noch eet, noch drinkt, noch slaapt, noch ook zijne hoefijzers afslijt.
Al spoedig daarop viel hij in slaap, en nu droomde hij, dat het lievelingspaard van den keizer doodgevallen was en hem zijn gouden hoefijzers gegeven en de belofte gedaan had, zijn andere twee pooten ook te laten beslaan. Dat was zeer aangenaam. Toen de mestkever wakker werd, kroop hij te voorschijn en keek eens in het rond. Welk een pracht heerschte er op den mesthoop!
Dat Reimerswaal eens een aanzienlijke stad was, kan niet betwijfeld worden; de volksoverlevering, dat de weelde hier zoo ver was gegaan, dat gouden kloppers de deuren versierden en de paarden met zilveren hoefijzers beslagen waren, echter wèl. Na een korten tijd toevens moeten wij de verzonken stad weer verlaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek