United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij kent er maar twee; het eene is zoo prachtig schoon, als niemand op de wereld het zich kan voorstellen, en het andere is zoo leelijk en afschuwelijk, dat het niet om te beschrijven isDaarop tilde Ole Luk-Oie den kleinen Hjalmar naar het raam op en zei: «Daar zal je mijn broeder zien, den anderen Ole Luk-Oie! Ze noemen hem den dood!

Daar stond Hjalmar plotseling in zijn Zondagskleeren midden op het prachtige schip; terstond werd het weer mooi, en zij zeilden door de straten, kruisten om de kerk, en nu was alles een groote, woeste zee.

«Zie, zoo moet je je houdenzei het voorbeeld. «Kijk eens! Zoo in een schuinsche richting, met een fermen zwaai!» «O, wij zouden het graag willenzeiden de letters van Hjalmar; «maar wij kunnen niet; wij zijn te zwak!» «Dan moet je wat innemenzei Ole Luk-Oie. «O neenriepen zij uit, en nu stonden zij zoo geregeld, dat het een lust was om te zien.

«Ja, nu kunnen wij geen sprookjes vertellenzei Ole Luk-Oie; «nu moet ik ze laten exerceeren! Een, twee! Een, tweeen zoo liet hij de letters exerceeren; en zij stonden zoo mooi, als ze maar op een voorbeeld kunnen staan. Maar toen Ole Luk-Oie wegging en Hjalmar ze 's morgens bekeek, toen waren zij even gebrekkig en jammerlijk als vroeger. Dinsdag.

«Ja, daar weet ik alles vanzeide Hjalmar. «Als de poppen nieuwe kleeren noodig hebben, dan laat mijn zusje ze altijd haar verjaardag vieren of bruiloft houden; dat is zeker al honderdmaal gebeurd!» «Ja, maar van nacht is het de honderd eerste bruiloft, en als honderd een uit is, dan is alles voorbij! Daarom wordt deze ook zoo prachtig. Kijk maar eensEn Hjalmar keek naar de tafel.

Vroeg in den morgen kwamen de twee kinderen uit Smaland: Asa, het ganzenhoedstertje en de kleine Mads langs den grintweg, die van Sörmland naar Närke leidde. De weg liep langs den zuidelijken oever van den Hjälmar, en de kinderen liepen naar het ijs te kijken, dat het grootste gedeelte van het meer nog bedekte.

Zie je wel; hij ziet er volstrekt niet zoo leelijk uit als in de prentenboeken, waar hij maar een geraamte is! Neen, dat is zilveren borduursel, dat hij op zijn gewaad heeft, dat is de mooiste huzarenuniform; een mantel van zwart fluweel vliegt achter over het paard. Zie, hoe hij in galop rijdtEn Hjalmar zag, hoe deze Ole Luk-Oie wegreed en zoowel jonge als oude lieden op zijn paard nam.

Ole Luk-Oie raakte het schilderij met zijn tooverstaf aan, en nu begonnen de vogels, die daarop afgebeeld stonden, te zingen, de boomtakken bewogen zich, en de wolken trokken weg; men kon haar schaduw over het landschap zien heenglijden. Nu tilde Ole Luk-Oie den kleinen Hjalmar naar de lijst op en zette zijn voeten op het schilderij neer, vlak in het hooge gras; daar stond hij nu.

Nu eens waren de bosschen dicht en donker, dan weer waren zij als de heerlijkste tuin vol zonneschijn en bloemen; daar stonden groote kasteelen van glas en van marmer: op de balkons stonden prinsessen, en dit waren allemaal kleine meisjes, die Hjalmar goed kende; hij had vroeger met haar gespeeld.

Het was de rekenlei, waarop gekrast werd, want er was een verkeerd cijfer in de som gekomen, zoodat het niet veel scheelde, of zij viel geheel uit elkaar; de griffel huppelde en sprong tegen de lijst van de lei op, alsof het een kleine hond was, die aan de som wilde helpen; maar hij kon dit niet. En toen jammerde het ook in het schrijfboek van Hjalmar. O, dat was vreeselijk om aan te hooren!