Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Maar Henric was te goed Ridder, om een slag verloren te willen geven eer er nog gestreden was: hy bleef bestendig by zijn beroep op het landrecht, of op dat des Keizers, en bood den Bisschop zelfs duizend Fransche schilden, indien hem »lantrecht geschien mogt, gelyk den minsten en den meesten van den lande."
In 1300 was Burchtgraaf Henric niet meer in leven, en te Montfoort heerschte zijn oudste zoon Sweder. Deze, zegt men, huwde met eene Jonkvrouwe van Holland; maar het proza der geschiedenis wordt hier zoo ruw, dat wy ons gelukkig rekenen, het te kunnen verwisselen voor de poëzy der sage, die dus luidt: »Gy Heeren! maakt u reê ten tocht," »Wy zoeken Holland weer."
Uit zijn huwelijk met Cunigonde van Bronchorst waren hem drie zonen geboren, Henric, Willem, en Sweder.
Zoo stichtten zy drie halve Kanunnikdijen: te Roden, te Hilvarenbeec, en te Oirschot; begiftigden er elken Kanunnik met 100 Fransche schilden, en den Deken in elk der Kerken met 200 oude schilden. Dit alles ergerde op 't hoogst Heer Henric, die haar erf-oom was, en, minder een vriend der geestelijken, de goederen der Heerlijkheid ongaarne zoo aanmerkelijk zag krimpen.
Geperst door zijne bekrompene omstandigheden, kwam Henric tot het gruwzaam besluit, om zijnen grijzen vader te dwingen.
Zoo ik nu den loop der hier verhaalde gebeurtenissen, in verband met de geslachts-opgave, wèl vat, dan komt het my voor, dat de Bisschop inmiddels tot Burchtgraaf benoemde Henric van Montfoort, Heer Henrics neef, die daarom van zijne anders denkende verwanten, of misschien van de verontwaardigde burchtzaten, den toenaam »de Rover" ontfing.
Hy moet de zelfde zijn, die in een brief van 1296 Henric de Rover genoemd wordt, waarschijnlijk ten gevolge eener kwade lezing: eene andere opvatting is hier niet mooglijk, en een latere Henric van dien naam, kleinzoon van Burchtgraaf Sweder den Eerste, zal wel aanleiding tot deze verwarring hebben gegeven. De zaak van den manslag droeg zich op volgende wijze toe.
Met hem waren zijn neef Proost Coenraad van Diepholt, de Domproost Sweder van Culemborch, Burchtgraaf Henric, en andere Edelen en Geestelijken, benevens eene bende krijgsvolk. Allen naderden in de grootste stilte.
Ieder bewoner beoefende nl. naast zijn ambacht of bedrijf wat land- en tuinbouw en waarschijnlijk ook wat veeteelt, die hem de voornaamste levensmiddelen moesten verschaffen. Welke waren nu die andere bedrijven? Ziehier eenige namen van bewoners. Ze zijn sprekend genoeg, om er den naam van het beroep uit op te maken. Dat er reeds aan visscherij gedaan werd, vertelt ons Henric de Visser.
Henric, een heethoofdig en onberaden jongeling, had eene vurige genegenheid opgevat voor Agnes van IJsselsteyn, zeer tegen den zin zijns vaders, omdat het huwelijksgoed der Jonkvrouwe van zoo weinig beteekenis was: hare bezittingen bestonden slechts in twee hoeven, de eene boven aan Blocland, de andere in Benscoep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek