Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Joan had, als wij verhaald hebben, op het zien van het dreigend ongeval, boog en weitasch weggeworpen: de boog was aan de andere zijde van het dijkje in een greppel neergevallen: de weitasch was nog verder heengevlogen: de hazen en patrijzen, daaruit gerold, lagen op de heide verspreid.
Ook de pen der Duitsche geleerden toefde altijd gaarne, zoowel in het Oosten en in het Westen, als in het hooge Noorden en het heete Zuiden; zij haalden de stof voor hunne werken van verre af, om partij te trekken van alles wat vreemd was. Even als bijen zijn zij overal heengevlogen en hebben zij van alle kanten honig aangehaald. "De Duitschers doorzoeken de geheele wereld.
Dat vertel ik u later wel eens. Zij waren over den vijver heengevlogen. Een paar late, witte kapelletjes fladderden met hen mede. 'Waar gaat de reis heen, elfen? vroegen zij. 'Naar de groote duinroos, die daar bloeit tegen gindsche helling. 'Wij gaan mede! wij gaan mede! Reeds van verre was zij zichtbaar, met haar talrijke teedergele zijde-zachte bloemen.
Bedenken wij toch, dat bij het opkomen van ieder plan tot bedijking, in 1617, 1632 enz., de ondergang van Holland door het Meer steeds als zeer aanstaande werd aangekondigd. In 1742 voorspelde doctor Zumbag de Koesvelt dien ondergang als zeer nabij, indien men zijne droogmakings-projecten niet volgde; zij bleven achter, en reeds bijna eene eeuw is nu gunstig over zijne profetie heengevlogen."
De kanonskogels der Hollanders vielen meest in het veen en deden het water wonderhoog ten hemel springen; slechts één onzer gezellen werd gedood door eenen kanonsbal, die hem vóór den mond was heengevlogen, doch hem niet anders had geraakt.
Ach, waar zijn de geesten heengevlogen? klaagden de kinderen, waarom komen zij niet meer zoo heerlijk voor ons zingen, en ons van allerlei goeds en schoons vertellen? Ach, waar zijn de geesten? In den kelder, in het turfhok, stoute bengels! riepen de menschen.
Zoo zat hij als in een bed, hij opende zijne armen en liet Beiaard maar haar goesting doen. Zoo zwem-rijdend, zag hij over den lande rond, dat om en om in roereloos zonnelicht en trillende hitte lag verdronken. Over de gele korenschoven, die t' allenkante, in die vinnigheid op rechte roten stonden, kwam er slechts een ekster heengevlogen; en nergens was een mensch. Dat was de rust.
Was die er op roode vleugels heengevlogen? of had die langs den grond gekropen als een slang? Ja, dat kon niemand zeggen. De brand was er. De heele den vlamde als een stapel takken. Zie daar! Nu steeg de rook op uit verscheidene plaatsen op de bergvlakte. 't Vuur in 't bosch was zeker allebei: vogel en slang. 't Kon verre einden door de lucht vliegen en langs den grond sluipen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek