Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Zie dan, Mirza is niet weg te slaan van het kamertje, waar nog kort geleden zijn jonge meester sliep. Voor zijn bed ligt hij nacht en dag, en 't eten laat hij onaangeroerd staan. Wie hem nadert of een hand naar de kleeren over dien stoel, of naar die oude schoenen ginds in den hoek durft uitsteken, dien gromt hij tegen.... En gisteren lag hij roerloos stijf op de peluw van het verlaten bed.
En stemmengegrom kwam overal vandaan, klanken opdoemend als uit de diepte van den buik, een kelderachtig geknor gorgelend door de keel, wanneer uit een wijd opengeganen mond een woord kwam met de zware Arabische jota , die als een stuk Noordsche ernst gromt door het gesuizel van de zuiderspraak. De Spaansche j wordt uitgesproken als een zware g, als onze ch.
"Wy, vruchten van hun koets, wy, spruiten uit hun lenden, Wat zagen we op die stond, daar zy zich dalwaart wendden! Onzalig Oudrenpaar, hoe bleef uw kroost verstomd! Nog hoor ik 't bliksemvuur dat door de wolken gromt,
Er gaapt een kloof, waar een bergstroom in gromt; de zeer steile hellingen bestaan uit rotsblokken van graniet, waar dennen tusschen groeien; daarna wordt de kloof weer een ruim dal; de weg slingert zich door bosch, en men houdt stil bij Guimaraes.
Evenals de Luipaard en den Tijger is de Jagoear in den regel stilzwijgend; hij knort, gromt, huilt en laat hoogstens een kattengeschreeuw hooren, dat aan zijn grootte geëvenredigd is. De Jagoear blijft dezelfde streek bewonen, zoo lang hij hier buit kan vinden en niet al te veel verontrust wordt.
Hij ziet altijd even ~stuursch~. Is hij daarbij ruw in den omgang, mort en gromt hij, om zijn ontevredenheid of kwaadheid te luchten, dan gebruikt men ~norsch~. Hij behandelt zijn bedienden altijd even ~norsch~.
De lucht is donker; de wolken zijn dik en drijven onstuimig en snel heen en weder; de maan scheurt ze nu en dan met een waterachtigen straal. De wind huilt door 't gebergte; de regen ruischt; van verre gromt de donder.
Hoog, hoog boven de aarde, om de lenden der bergen worstelt, woelt, en geeselt hij; door rotsspleten en spelonken waart hij rond met snerpend geloei; in den diepen afgrond gromt hij; in de eenzame woestijn, waarin geen geluid gehoord wordt dan het zijne, drijft hij het zand te hoop; door de wildernis wandelt hij om, met luidruchtig geweld; en de onmetelijke zee, is hij niet grooter dan zij? haar broeder, haar ontzaglijke speelgenoot, haar woedende bestrijder!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek