Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Dat Shakespeare ook als tooneelschrijver reeds in 1592 grooten naam verworven had en bij zijn tooneelgezelschap een man van beteekenis geworden was, blijkt ten duidelijkste uit de woorden, waarmede de in ellende stervende dichter Robert Greene lucht geeft aan zijn wrok over den opkomeling, die hem en zijn vrienden verdrong en zich verbeeldde de eenige tooneelschokker, Shake-scene, in den lande te zijn. Bedoeld geschrift, waarover in de aanteekeningen op I Kon. Hendrik
Voor het tooneel schreef hij, behalve den reeds vermelden, te zamen met Greene geslepen "Spiegel voor Londen en Engeland", een treurspel: "De wonden van den Burgeroorlog, duidelijk in het licht gesteld door de tragedie van Marius en Sylla", welk stuk in 1594 uitgegeven werd.
Hij kon er misschien gemakkelijk betrekkingen aanknoopen; de groote tooneelspeler Richard Burbage, van wiens gezelschap Shakespeare later deel uitmaakte, was volgens sommigen uit Warwickshire, evenzoo de acteur John Hemmings, dezelfde, die later met Henry Condell Sh.'s werken uitgaf; en Thomas Greene, eveneens lid van het gezelschap, uit Stratford zelf.
Te zamen met zijn vriend Thomas Lodge schreef Greene een stuk, dat bijna aan de oude moraliteiten doet denken, "Een spiegel voor Londen en Engeland"; het heeft ten doel, den Engelschen hun zonden in den spiegel van het verledene te doen aanschouwen.
Doch het is noodeloos al zijn aankoopen, voor zooverre ze bekend zijn, te volgen; genoeg zij het, hier te zeggen, dat hij, toen hij zich te Stratford vestigde, tot de zeer gegoede burgers mocht gerekend worden. Vooralsnog was hij te Londen en een neef van hem, Thomas Greene, the Town-clerk, woonde in 1609 in New Place.
Wel volgde hij meer en meer zijn eigen weg en overtreffen zijn stukken die zijner tijdgenooten verre, maar bij alle verschil is er toch genoeg overeenkomst met de laatste op te merken, dat de in ellende wegstervende dichter Robert Greene, die zijn eigen tooneelwerken en die zijner vrienden reeds zag tanen voor Shakespeare's luister, hem in 1592 niet geheel en al ten onrechte een "opkomeling" noemde, "gesierd met onze vederen."
Een hunner, Robert Greene, die stervend aan zijn wrok lucht gaf, erkende hierdoor tevens, dat de nieuw opgekomen tooneelschrijver, die aan zijn voorgangers de kunst afgezien had, hen verre overvleugelde, en bij het gezelschap, waar hij toe behoorde, een overwegenden invloed bezat.
Voorwaar, een stuk, dat ten duidelijkste aantoont, hoe jeugdig het gemoed en de geest des dichters gebleven zijn; hij schept genot in het verhaal van Greene, dat hij niet nalaat te veredelen en van een blij einde te voorzien, want bij Greene sterft de koningin werkelijk en wordt de koning later verliefd op zijn eigen kind, doch steekt zich, als hij haar als zoodanig herkent, uit wanhoop dood; hij weet alle personen met geest en leven te bezielen; hij laat in het herdersspel aan de vroolijkheid den vollen loop en doet er een Autolycus optreden, die de blijgeestigheid zelf is en veeleer de schepping van een jong en jolig dichter schijnt te zijn, dan van een man, die de stormen des levens zegevierend heeft doorstaan; zijn rijke verbeelding weet een eindtooneel voort te brengen, zoo tooverachtig schoon als er ooit een is uitgedacht; in Perdita en Florizel een jeugdig paar in het leven te roepen, zoo onschuldig, zoo bekoorlijk, zoo liefelijk en zoo innig verliefd, als ooit eenig dichter geschilderd heeft; een koningin als Hermione te doen stralen in al de schoonheid der jeugd, haar geestig en schalks te doen kouten met den vriend van haar echtgenoot en bij de wreedste en onrechtvaardigste verdenking met al den adel van een rein gemoed en de waardigheid eener vorstin haar onschuld te doen bepleiten, en haar later zonder eenig verwijt, zonder eenige bitterheid, de hand te doen reiken aan den echtgenoot, die haar zoo onrechtvaardig vervolgd, doch zijn schuld door jaren van berouw geboet heeft.
Hij schreef op zijn doodbed een stuk, getiteld "Het Berouw van Robert Greene", en voltooide nog een ander, later te vermelden werkje, waarbij ook nog een brief aan zijn vrouw afgedrukt is, een smeeking om vergiffenis, terwijl hij haar tevens verzocht den schoenmaker, door wiens vrouw hij zoo goed opgepast was, schadeloos te stellen.
De hatelijke uitval van Greene heeft ten gevolge gehad, dat wij een eervol getuigenis van Henry Chettle aangaande Shakespeare's karakter en handelingen bezitten . Weldra behaalde Shakespeare nu met zijn gedichten "Venus en Adonis" en "Lucretia" grooten roem, en mocht zich in de gunst van den graaf van Southampton verheugen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek