United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toch moet erkend worden, dat deze gunstige toestand vooral door Shakespeare en den grooten tooneelspeler Burbage in het leven geroepen is. Wanneer men de stukken van Marlowe en Kyd leest, komt men tot de overtuiging, dat zij den lust tot een bulderende, onnatuurlijke voordracht in de hand moesten werken.

Want zooveel is wel zeker, dat bij het gezelschap, onder de leiding van Burbage, waarvan Shakespeare een deel uitmaakte, zoodanige handelwijze niet geduld kon worden.

Over de voortreffelijkheid van het spel van den leider van het gezelschap, den grooten Richard Burbage, zijn alle getuigenissen eenstemmig; hij vervulde in alle stukken van Shakespeare de ernstige hoofdrollen en ongetwijfeld was het voor den dichter een krachtige aansporing en bemoediging bij zijn arbeid, dat hij zeker was, juist begrepen en uitmuntend vertolkt te zullen worden .

Hij kon er misschien gemakkelijk betrekkingen aanknoopen; de groote tooneelspeler Richard Burbage, van wiens gezelschap Shakespeare later deel uitmaakte, was volgens sommigen uit Warwickshire, evenzoo de acteur John Hemmings, dezelfde, die later met Henry Condell Sh.'s werken uitgaf; en Thomas Greene, eveneens lid van het gezelschap, uit Stratford zelf.

Bij Shakespeare's optreden bestonden de schouwburgen nog slechts zeer kort. Vóór dien tijd werd er gespeeld in ruime zalen, van het koninklijk paleis, van de kasteelen der edellieden, van de raad- of gildehuizen der steden, van de gerechtsscholen, van herbergen, of wel op open plaatsen, door gedeelten dezer gebouwen omgeven. De eerste eigenlijke schouwburg werd, zooals reeds vroeger gezegd is, in 1575 geopend. Toen namelijk in het jaar 1574 de tooneelspelers, die zich "Dienaars van den Lord Kamerheer", dus van den Graaf van Leicester, mochten noemen en onder het bestuur stonden van den bekwamen James Burbage, een patent erlangden, dat hen machtigde om in stad en koninkrijk tot vermaak der koningin en ter verlustiging harer beminnende onderdanen te spelen, poogde wel het bestuur der City van Londen, dat tegen de tooneelvoorstellingen, die als bronnen van onrust, geldverspilling en onzedelijkheid beschouwd werden, gekant was, de voorstellingen nagenoeg onmogelijk te maken door de bepaling, dat de helft der ruwe ontvangst ten bate der armen moest opgebracht worden, doch bescherming van hooger hand stond den tooneelspelers toe van het ontruimde klooster der Dominicanen of Zwarte Broeders, blackfriars, even buiten de muren en dus buiten het gebied der city gelegen, gebruik te maken en dit tot een schouwburg in te richten. De ligging was zoo goed als men wenschen kon, niet verre van de als waterstraat veelvuldig gebruikte Theems, nabij de Londener brug en aan den veelbezochten weg naar Westminster. In hetzelfde jaar ontstonden nog een paar andere schouwburgen; omstreeks 1600 waren er reeds elf, en onder koning Jacobus

Maar ook hij had de hebbelijkheid van Tarlton, van meer te zeggen dan in zijn rol stond, en zich ook daar, waar het niet te pas kwam, in het spel te mengen; het is misschien aan terechtwijzingen hierover te wijten, dat hij een paar keer het gezelschap van Richard Burbage, waartoe hij, evenals Shakespeare, behoorde, verlaten heeft; wellicht had Shakespeare vooral hem op het oog, toen hij, in den Hamlet, de narren gispte, die meer zeiden, dan in hun rol stond en hiermede de toejuichingen van het publiek wilden inoogsten.

Dat hij tooneelspeler werd, is zeker, maar of het hem dadelijk gelukte een plaatsing bij het tooneel te vinden, en wel bij de "Dienaars van den lord Kamerheer", met andere woorden, bij den troep van Richard Burbage, is bij het ontbreken van alle berichten, niet met zekerheid te zeggen.