Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
"Hoe kan ik dat weten?" zei Grauwvel. "Je weet, dat ik nooit iemand doodsla." Kort daarna ontmoetten zij de vier oude elanden: Kromrug, Kroonhoorn, Ruigmaan en Grootsterk. Zij kwamen langzaam en bedachtzaam aanstappen, achter elkaar. "Welkom in 't bosch," riep Grauwvel ze tegen. "Goeden dag," antwoordden de elanden. "We zochten je juist, Grauwvel, om met je over het bosch te spreken."
"Ik weet niet hoe zij 't aanleggen, maar zoo groot en zwaar als ze zijn, kunnen zij hier loopen zonder er in te zakken. Jij zoudt zeker niet over zulk een gevaarlijk veld kunnen komen, maar dat hoef je ook niet, want nooit zal een jager je vervolgen." Grauwvel antwoordde niet, maar met één grooten sprong was hij op 't moeras.
"Neen, dat zal wel onmogelijk zijn voor iemand, die zulke korte beenen heeft," zei Karr. De eland keek van onder zijn haren neer op Karr, die zoo klein als hij was, verscheiden keer per dag over de heining sprong. Toen ging hij naar den slagboom, nam een sprong, en was buiten, bijna zonder dat hij wist, hoe het was toegegaan. Karr en Grauwvel begaven zich nu het bosch in.
Verscheidene jaren later lag Karr op een morgen te slapen op de stoep. 't Was in den voorzomer, in den tijd van de korte nachten, en 't was helder dag, hoewel de zon nog niet op was. Toen werd Karr wakker, doordat iemand hem bij zijn naam riep. "Ben jij het, Grauwvel?" vroeg Karr, want hij was gewoon, dat de eland hem bijna iederen nacht even kwam bezoeken.
Maar doordat hij overal met zijn baas meêliep, kwam hij ook met hem in de schuur, als hij het kalfje melk gaf, en bleef meestal buiten het hok naar hem zitten kijken. De boschwachter noemde het dier Grauwvel, omdat hij niet vond, dat het een mooieren naam verdiende, en Karr was dat met hem eens. Telkens als hij het zag, vond hij, dat hij nooit zooiets leelijks en wanstaltigs had gezien.
Grauwvel vocht zwijgend, maar Kroonhoorn brieschte en snoof. De oude eland werd nu op zijn beurt over het heele veld teruggedrongen. Op eens hoorde Karr een sterk gekraak. Een tak van de horens van den ouden eland was gebarsten. Toen rukte hij zich heftig los van Grauwvel, en sprong het bosch in. Karr stond nog aan den zoom van 't bosch, toen Grauwvel terugkwam.
"Dat is een groot water, dat is een meer," zei Karr. "Je familie zwemt gewoonlijk van het eene strand naar het andere. Niemand kan verlangen, dat jij dat kunnen zult, maar je moest ten minste naar beneden gaan om een bad te nemen." Karr ging zelf in het water, en begon te zwemmen. Grauwvel bleef een heele poos op het land. Eindelijk kwam hij ook.
"We hebben gehoord," zei Kromrug, "dat er hier een misdaad in 't bosch is gebeurd, en dat het heele bosch wordt verwoest, omdat die daad niet gestraft is." "Wat is dat voor een misdaad?" "Er is iemand, die een onschadelijk dier heeft gedood, dat hij niet eten kon. Zooiets wordt hier in 't Friedsbosch voor een misdaad gehouden." "Wie is dat, die zooiets schandelijks heeft gedaan?" vroeg Grauwvel.
"Wat zeg je daar?" vroeg Karr, en de haren op zijn rug begonnen op te staan. "Wat heeft Grauwvel je voor kwaad gedaan?" "Hij heeft haar doodgeslagen, die me het liefste was," zei de slang. "En ik wil me op hem wreken." Eer de slang nog had uitgesproken, deed Karr een aanval op hem, maar hij lag veilig onder den boomwortel. "Lig daar zoolang je wilt," zei Karr eindelijk.
De oude eland kwam hem tegemoet, en ze raakten dadelijk aan het vechten. Ze zetten de horens tegen elkaar, en stootten toe, en Grauwvel werd over 't heele veld achteruit gedreven. Hij scheen zijn kracht niet te kunnen gebruiken. Maar toen hij aan den kant van het bosch kwam, zette hij de voeten vaster op den grond, stootte krachtig met de horens, en begon Kroonhoorn achteruit te drijven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek