Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Zij gluurde eens, Zij tuurde eens Wie hij wel geleek; Toen bloosde, Toen poosde, Toen werd zij schier bleek; En 't gapen Der knapen, Die 't aanzagen, moê, Stak Klaertjen haar vingers Flip bevende toe. O Joosjen, Mijn Troosjen, Wat reden zij snel! Wat beende, Wat leende Zij weelderig wel! De molen, Verscholen In 't graauw van de lucht, Verrees was zij op was voorbij in hun vlugt.
Men moet zig in alle gevallen, hoe gering die ook zyn mogen, wel wachten om de steek aan de lucht bloot te stellen; maar integendeel moet men zorge dragen, op het oogenblik zelve, dat men gestoken word, de huid te bedekken met een stuk graauw papier, met eenig geestryk of ander vocht doorweekt, op dat het 'er aan vast kleeve. Wat my betreft, niemand was gezonder dan ik.
Heden waait de storm uit dat onnoozel stukje papier, waarop gij een binnenlandsch postmerk onderscheidt. "Die verduivelde makelaars-knoeierijen! Eene kwart ceel, en dat koopt ook al in de veiling! Rivers, het is toch alleronpleizierigst, dat " Hetzelfde wat, de jongen heeft den graauw beet.
Men moet zig in alle gevallen, hoe gering die ook zyn mogen, wel wachten om de steek aan de lucht bloot te stellen; maar integendeel moet men zorge dragen, op het oogenblik zelve, dat men gestoken word, de huid te bedekken met een stuk graauw papier, met eenig geestryk of ander vocht doorweekt, op dat het 'er aan vast kleeve. Wat my betreft, niemand was gezonder dan ik.
Gebrek hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk, rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun de plaats van deeze plant te vervullen. Niemand ondertusschen leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet.
Affaytadies wangen kleurden langsaam tot een scheemrend rood. »Luister, Jonkvrouwe! en blijf rustig," sprak hy met een kouden lach: »Zoudt ge huivren om een landschap dat ik in mijn droomen zag?" Zwijgend zag ze voor zich neder. Fluistrend boog hy tot haar heen: »'k Zag een jeugdig tweetal zitten op dien graauw bemoschten steen.
Over de patronymika van den naam De Graauwe, Graauw afgeleid, zie men bl. 185. De geslachtsnamen De Bonte, De Bont, Bonte en Bont reken ik ook hier toe. Immers lieden met bont haar, b. v. donker, met hier en daar een lichter gekleurde lok of vlok, zijn geenszins zeldzaam. Verder nog Wittebol en Wittebolle, Withaar en Witkop, Roobol en Roothooft, Swartbol en Swarthoofd.
Nu rijst de morgenwind en ritselt door de bladeren, En 's hemels graauw verbleekt, verheldert, en ontgloeit Tot goud en purper, dat heel de uchtendkim omvloeit. Men schaart zich.
Gebrek hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk, rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun de plaats van deeze plant te vervullen. Niemand ondertusschen leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek