Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


»Maar," zei Balao Rao, »als die vrouw den pâl van Tandît kent, zou ze er wel eens kunnen terugkomen terwijl we er wonen, en gevaarlijk voor ons kunnen worden?" »Dat nooit," antwoordde de Gound. »Die vrouw is niet recht bij haar verstand, hare oogen zien zonder te weten wat ze zien, hare ooren hooren niet wat ze meenen te hooren, haar tong kan geen woord meer uitspreken!

Daarheen had de getrouwe Gound, aan den persoon van den nabob gehecht, hen dadelijk geleid. Daar vestigden zij zich den 12n Maart. Zoodra de twee broeders bezit van den pâl van Tandît genomen hadden, onderzochten zij met de grootste zorg de toegangen. Zij namen nauwkeurig waar in welke richting en hoever het oog kon reiken.

Een pâl is minder dan een dorp, nauwelijks een gehucht, een vereeniging van hutten, dikwijls zelfs een eenzame woning. De zwervende familie, die haar bewoont, heeft er zich tijdelijk gevestigd. Na eenige boomen verbrand te hebben, waarvan de asch voor een kort seizoen den bodem eenig leven schenkt, hebben de Gound en de zijnen hunne woning gebouwd.

Ze is als een blinde, een doove, een stomme voor al de dingen van het dagelijksch leven. Ze is krankzinnig en een krankzinnige is een doode, die in 't leven blijft!" De Gound had met de aan de Hindoes der bergen eigenaardige taal het portret geschilderd van een vreemd schepsel, zeer bekend in de vallei, »de Dwalende Vlam," der Nerbudda.

Balao Rao had den Hindoe met de grootste aandacht aangehoord. Hij was het nog niet met zich zelven eens, of er niet eenig gevaar in gelegen was, dat de Dwalende Vlam den pâl van Tandît kende, er reeds een schuilplaats gezocht had en haar instinct er haar kon terugvoeren. Hij kwam dus op dit punt terug en vroeg den Gound of hij of de zijnen wisten waar de krankzinnige zich op dit oogenblik bevond.

»Wie zij is, weet ik niet," antwoordde de Gound. »Vanwaar ze komt, kan ik evenmin zeggen en in de geheele vallei is er niemand die iets meer van haar weet dan ik! Is ze een vreemde, is ze een Hindoesche, men heeft het nooit kunnen te weten komen!" Balao Rao dacht een oogenblik na en vroeg toen: »Wat doet die vrouw?" »Ze komt, ze gaat," antwoordde de Gound, »en leeft alleen van aalmoezen.

»'k Weet het niet," antwoordde de Gound. »'t Is al langer dan zes maanden geleden, dat men haar in de vallei gezien heeft. Mogelijk is ze dus dood. Maar, al kwam ze terug en bezocht ze ook den pâl van Tandît, dan was er toch niets van haar te vreezen. 't Is slechts een levend standbeeld. Ze zou u niet zien, u niet hooren, ze zou niet weten wie ge zijt.

Zulk eene te vinden nu, kon in de bergpassen van Sautpourra niet moeielijk zijn. En inderdaad werd al spoedig zulk een schuilplaats door een der Hindoes van den troep, een Gound, die de vallei tot in haar meest afgelegen schuilhoeken kende, gevonden. Aan den rechteroever van een kleinen bijstroom der Nerbudda bevond zich een verlaten pâl, de pâl van Tandît genaamd.

Maar het was Balao Rao niet voldoende te weten wat de pâl van Tandît heden was, hij wilde ook weten wat hij geweest was en terwijl de nabob het inwendige van het fort bezocht, ging hij voort met den Gound te ondervragen. »Nog eenige vragen," zeide hij tot hem. »Hoe lang is die pâl verlaten?" »Sedert langer dan een jaar," antwoordde de Gound. »Wie bewoonde hem?"

Een vreemdeling zou hem houden voor het gehuil van nachtvogels of het gesis van slangen. De Gound kent ze, die geluiden. Men moet waken, men waakt, men moet vluchten, men vlucht. De verdachte pâls worden verlaten, verbrand zelfs.

Woord Van De Dag

sexualiteit

Anderen Op Zoek