Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
De streek is zeer gezond, en de ziekten die er voorkomen, hebben in den regel een goedaardig karakter. Ofschoon de venetiaansche handel niet meer dan een schaduw is van wat hij in vroeger eeuwen was, zoo heeft er in de hoofdstad betrekkelijk nog een aanmerkelijk vertier plaats.
't Is altijd weer nieuw, die verrassing, van nu eens een werkelijk mensch te zien. Deze Indianen zijn geen menschen, maar beesten; even goedaardig als de lama's, schoon van verschillend ras, en voor den omgang met deze dieren geknipt. In de mijnen worden zij door de blanken geëxploiteerd.
Zijne verstandelijke vermogens zijn, naar uit Scheitlin's woorden blijkt, niet zoo gering als gewoonlijk aangenomen wordt. Hij heeft een uitmuntend geheugen: hij kan iederen weg, dien hij eens gegaan is, weer terug vinden; hoe dom zijn uitzicht ook zij, toch is hij dikwijls recht sluw en listig. Ook is hij niet altijd zoo goedaardig, als men meent; hij heeft soms zelfs afschuwelijke kuren.
Hoewel de meeste Muschvogels goedaardig en onergdenkend zijn en men het dus niet onmogelijk kan achten, dat zij in sommige omstandigheden een onjuist oordeel vellen, toonen echter alle in kritieke omstandigheden een goed inzicht in den toestand waarin zij verkeeren.
Sonnerat, die ons met den Babakoto bekend maakte, verhaalt, dat dit dier evenals zijne verwanten, zich behendig en flink beweegt, buitengewoon snel van den eenen boom op den anderen overspringt, bij het eten rechtop zit als een Eekhoorntje, en zijn voedsel, dat hoofdzakelijk uit vruchten bestaat, met de handen naar den mond brengt; zijn stem gelijkt op het weenen van een kind; het is zeer zachtmoedig en goedaardig en kan derhalve gemakkelijk getemd worden; in de zuidelijke districten van het eiland wordt het door de inboorlingen als huisdier gehouden en, evenals onze Honden, voor de jacht afgericht.
Dat wisten zij zelf ook, de twee boerenzonen en dat kropte hoogmoedig in hunnen zin, maar hunne wezens bleven goedaardig kijken en vriendelijk. Ze waren als prinsen in hun eigen land, met al de dorpsgenooten als onderdanen, zoo sterk, zoo schoon als niemand.
Zij is een schrander en verstandig, buitengewoon lieftallig, en, haar grootte in aanmerking genomen, ook een zeer goedaardig, vreedzaam en zachtmoedig dier, dat niet alleen met hare soortgenooten in goede verstandhouding leeft, maar ook met andere dieren, zoolang deze haar geen overlast aandoen of in gevaar brengen.
Deze dieren geven weinig blijken van verstand, maar toonen veeleer stompzinnigheid, domheid en onverschilligheid. Men noemt ze goedaardig en wil hiermede aanduiden, dat zij over 't algemeen voor geen aandoeningen van den geest geschikt zijn.
In den regel kunnen de jongen gemakkelijk getemd worden; zij worden even vertrouwelijk als goedaardig, als de oude dieren bijtlustig, wild en onhandelbaar zijn. Tegen de gevangenschap zijn zij goed bestand; in eenige landen houdt men van sommige soorten een menigte exemplaren gevangen met het doel om het kostbare afscheidingsproduct der civetklieren gemakkelijker te kunnen verkrijgen.
Maar ik ben te goedaardig om dit kwalijk te nemen; ik voel er trouwens ook volstrekt geen behoefte aan. Want waarom zou ik wierookkorrels of offermeel, of een bok, of een zwijn verlangen, nu de geheele wereld mij die hulde bewijst, welke zelfs van de Godgeleerden de hoogste goedkeuring wegdraagt?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek