Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


De Zandhoenderen of Woestijnhoenderen schijnen, wegens hunne lange vleugels en hun langen staart, slank, maar hebben in werkelijkheid een zeer gedrongen lichaamsbouw. Hun romp is kort, de borst zeer gewelfd, de hals middelmatig lang, de kop klein en sierlijk, de snavel klein, kort, op den rug flauw gebogen. De voeten zijn klein, d. w. z. hebben een tamelijk korten loop en zeer korte teenen, bij de soorten van één geslacht op een eigenaardige wijze verkleind, alle voorteenen tot aan het eerste gewricht en nog verder door een spanvlies verbonden, of gelijk men ook kan zeggen, onderling vergroeid en met vliezen gezoomd; de achterteen is een kort stompje en hooger ingeplant dan de voorteenen, of ontbreekt geheel; de nagels zijn kort, flauw gebogen, stomp en breed. De vleugel is kortarmig, de wiek zeer lang; de slagpennen nemen, bij de eerste te beginnen, gelijkmatig in lengte af; de staart bestaat uit 14

Door oefening nu in dien zin komt de harmonie tot stand tusschen de passieve en actieve organen van beweging; immers de bewegelijkheid van elk gewricht wordt geoefend en dus bepaald door de spierwerking.

Van jonge Rendieren verneemt men het niet en ook niet van oude, als zij door de sneeuw waden. Deze feiten zijn in strijd met de meening van de Lappen, die dit geluid vergelijken met het bekende knappen van de vingers en dus de oorzaak hiervan in het gewricht zoeken.

Eene sterke snuit, met roode en geele streepen, en hebbende de gedaante van het eerste gewricht van een's menschen vinger, steekt hem uit het voorste gedeelte van den kop, en maakt een derde der lengte van het geheele dier. Deeze uitwas word gemeenlyk de lantaarn van dit insect genoemd, en doet het licht voortkomen, waar van hy zynen naam draagt.

De weeke tong ligt met haar geheele onderzijde vastgegroeid, onbeweeglijk in de onderkaak. De verbazend groote onderkaaksbeenderen wijken van achteren ver uiteen en hebben nog een buitenwaartsche bocht vóór het gewricht, dat hen met den schedel verbindt; de vloer van de mondholte heeft hierdoor den vorm van een ontzaglijk grooten lepel.

Zóó is het opperarmbeen verbonden aan de beenderen van den benedenarm, en het dijbeen aan die van het benedenbeen. Kan het ééne been ten opzichte van het andere in allerlei richtingen draaien, dan spreekt men van eene verbinding door middel van een kogelgewricht. Het eene been vertoont dan eene uitholling, die men de "pan" van 't gewricht noemt.

Straks voelt men 't fijn vergift zich om het hart vergaderen, En 't stort, voor vluchtig bloed, een vloeibaar lood door de aderen: Gewricht en spier verstijft; en de adem prangt de borst; Ja, 't hoofd wordt van de hals met wederwil getorscht. De leden zoeken steun en weigren zich 't bewegen.

Dit gewricht is een scharniergewricht, zoodat de beenderen van den benedenarm naar die van den bovenarm toe worden bewogen als het eene been van een' passer naar het andere. Er zijn spieren, die niet aan de huid of aan beenderen zijn bevestigd; dat zijn de zoogenoemde "holle spieren", die in zich zelven terugkeeren, en dus eene holte omsluiten.

Vooreerst kan zich tusschen de beide beenderen bevinden eene eenigszins veerkrachtige, rekbare massa, die slechts eene geringe beweging veroorlooft. Zoo zijn twee op elkaar volgende wervels door kraakbeen met elkander verbonden. Zijn twee beenderen niet anders dan met een zeer rekbaar bandje aan elkander vastgehecht, dan is de onderlinge bewegelijkheid grooter; en dan spreekt men van een gewricht.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek