United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zelve luidt de doodklok Met handen teer en schoon; Zij zelve zingt de lijkmis Op zilverklaren toon. "Nu wil ik, booze wereld, Uw snood gewoel ontgaan; Ter eere van mijn liefste Neem ik den sluier aan." Bij het einde van het lied zwegen de ridders, niettegenstaande zij sterk onder den invloed van den vurigen wijn verkeerden.

Te midden van het geraas en het gewoel van die markt, waar vleesch en visch, vruchten en groenten zijn uitgestald, gaat hij ongestoord en rustig zijn weg, niet aanmatigend en brutaal als de Yankee, ook niet met schuwen weerzin als de Indiaan, of angstig en beschroomd als de neger, maar volmaakt kalm en oplettend.

Ik hoorde niet dat hij met mijnheer Van Dranem sprak. Ik hoorde dat mijnheer Van Dranem hem had aangelijmd en, in het algemeen gewoel, eene astrologische rede voorhield, welke het geduldig ventje met brave knikjes scheen goed te keuren. Mijnheer Van Dranem bestelde dan telkens versche pinten, deed vriendelijk met zijn zonderlingen gebuur bescheid en maakte hem alzoo bijna tot elkendeens kameraad.

Deze jacht is trouwens met groot gevaar verbonden. Te midden van het ontzaglijk gewoel van dicht bij elkander zwemmende dieren is de kleine, lichte boot ieder oogenblik op het punt van om te slaan; bovendien verweren de vervolgde dieren zich op alle mogelijke wijzen, de mannetjes met de geweien en tanden, de wijfjes meestal door met de voorpooten op den rand van de boot te springen.

Zoodra hij los was en terwijl Javert het proces-verbaal schreef, had hij van de verwarring, het gewoel, het gedrang, de duisternis en van een oogenblik dat men niet op hem lette, gebruik gemaakt om door het venster te ontvluchten. Een agent ijlde naar het raam en zag er uit. Hij zag niemand. De touwladder slingerde nog.

De man hield het dier bij den toom en leunde op zijn staf. Zijne kleeding was als die der andere Joden en scheen nieuw te zijn. Zijn gelaat was kalm, dat van een vijftigjarige; zijn zwarte baard begon te grijzen. Hij bezag het gewoel rondom hem met den half nieuwsgierigen, half starenden blik van den vreemdeling en provinciaal.

De boer zonk weêr in zijn gesoes, ging opnieuw zitten staren naar het gewoel beneden. In het perk zag hij nu de speellui tusschen de menschen komen, infanteriemuzikanten met roode broeken aan, de koperen instrumenten onder den arm.

In de zoogenaamde Theater-straat, die men hier in alle groote steden aantreft, is het dag en nacht een vroolijk gewoel, een kleurengewemel van prachtige zijden vlaggen, die, zeer lang en zeer smal, van hooge staken neerhangen of de geheele breedte der straat overkronkelen, en een geschitter van kleurige, papieren lampions, alsof het altijd feest ware.

Op den platten grond, dus in het parterre, the yard, is er gewoel en gedrang, men ziet er matrozen, handwerkslieden, voerlieden, zakkendragers, kortom allerlei bedrijven, alleen de politie ziet men niet.

Bij al het gewoel gaat het er toch vrij ordelijk toe; de "grondelingen" doen zich al wachtende te goed aan de appelen en noten, die zij medegebracht hebben, en hier en daar wordt een flesch bier ontkurkt.