Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


»Dat is goed, heer! Wie het eerst aankomt, wacht op de anderen." »Afgesproken!" besloot Kees. Daarna begaf hij zich naar de gevangenen. »Wie van jelui weet het beste den weg op de Soengei Tekoeng en wie kan me daarvandaan zoo spoedig mogelijk naar den weg door het gebergte brengen?" »Ik weet overal in die streken goed den weg, heer," antwoordde één der mannen.

"Maar, sir! als gij mij niet aanhoort, worden de gevangenen daarginder voor uw oogen opgeknoopt." "Gaat dan gerust uw gang! Er zijn hier in de boerderij stroppen genoeg voor u allen." Dat antwoord had de tramp niet verwacht. Hij wist zeer goed, dat men het niet wagen zou, zijn bedreiging ten uitvoer te brengen.

Wat zij met elkander verhandeld hebben, weet ik niet; maar hij is dikwijls naar boven op den berg bij den Mubarek geweest en die kwam des nachts vaak bij ons. Hebt gij de gevangenen vandaag gadegeslagen? Ik heb hen gezien. Kent gij hen? Slechts een hunner, die vroeger wel af en toe hier kwam. Welken? Wellicht Manach el Barscha. Ik weet zijn naam niet.

Wat den vrederechter betreft, zijne belangstelling voor twee onschuldige gevangenen bepaalde zich niet tot het eten, dat hij ons den vorigen avond had gezonden; hij gaf mij een groot vel papier met een zegel er op.

Wij brengen dus het bootje het kanaal uit, en meren het aan den oever vast; gij blijft er in het water bij staan en ik ga alleen aan wal om den bewaker met mijn mes te bedienen en de touwen van de gevangenen los te snijden.

De gevangenen, zevenduizend in aantal, werden opgehoopt in de steengroeven. De zon brandde over dag op hun hoofden; des nachts bibberden zij van de koude. Slechts een halve kan water en slecht voedsel was hun dagelijksch rantsoen. Bij honderden kwamen zij om, en de lijken lagen op elkander gestapeld. Na verloop van tien weken werden zij, die nog in het leven waren gebleven, als slaven verkocht.

Na al de Grieken, die zij in hunne macht hadden, onder de afgrijselijkste martelingen ter dood te hebben gebracht, zagen de Turken zich eindelijk genoodzaakt hun honger te stillen met de lijken hunner gevangenen en hunne eigene kinderen. Op hunne knieën moesten zij in 't eind de genade des overwinnaars afsmeeken, die hun vergunde naar Klein-Azië te trekken.

"Goed, Koen, ik stem u toe, dat het eerlijke menscheneters zijn en dat zij hunne gevangenen fatsoenlijk opeten; maar daar ik zelfs niet eens fatsoenlijk wil opgegeten worden, zal ik oppassen, want de kapitein schijnt geen de minste voorzorgen te nemen. En nu aan 't werk."

Ik voelde mij dus, wat de gevangenen betrof, volkomen gerustgesteld, en dacht inderdaad niet, dat men hen alleen geboeid had, omdat men verwachtte dat ik naar hen zou komen kijken. Van hier begaf ik mij naar den Konak waar wij ons eindelijk aan den avondmaaltijd zetten. Wij zaten weer in hetzelfde vertrek als dien middag, bijeen.

Om drie uur keeren de ruiters terug; de Atjehers hebben zich, zonder tegenstand te bieden, teruggetrokken, na eenige schoten te hebben gelost. Twee gevangenen, wier handen gebonden zijn aan het zadel van een paard, loopen in trotsche houding, met kalm, uitdagend gezicht.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek