United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


4. Het is er ver vandaan dat ik alles zou afkeuren wat ik Droogstoppel in den mond leg. Hy "hield zich niet op" met versjes van de soort als hier volgt. Welnu, ik ook niet! 't Verschil ligt in den grond waaruit zoodanige tegenzin voortspruit. Dat een jong vurig naar poëzie dorstend hart, misleid door de biologie van opgedrongen letterkundery, misgrypt in z'n eerste pogingen tot uiting, en voor iets wezenlyks houdt wat ten-slotte blykt slechts ydele klank te zyn "getingel en gejingel" noem ik 't in m'n Naschrift op de Bruid daarboven dit is te vergeven niet alleen, maar een zeer noodzakelyk verschynsel. Il faut passer par l

Toen verwerd, hij wist niet hoe, het gelispel en gefluister en getingel tot zachte, half verwaaide woorden: „Tusschendoor tusschenin tusschen twijgen, tusschen zwellende bloesems, schommelen, strengelen, slingeren wij ons zustertjes, zustertjes, schommel je in schemering snel, snel, omhoog, omlaag stralen schiet d’avondzon d’avondwind fluistert ruischt er de dauw zingende bloesems roeren wij tongetjes, zingen wij met bloemen en twijgen sterren dra stralen nu moeten wij heen tusschen door, tusschenin, strengelen, slingeren, schommelen w’ons zusters klein.”

De laatste landelijke klanken van het dal verstierven: het laatste getingel van het stalwaarts gedreven rund, het laatste gejodel van den zangerig gestemden herder. De nacht brak aan, in welken geene stem gehoord zou worden, dan die van de stortende wateren. Wij daalden afwaarts. En zie! wat kwam daar aangestrompeld over het brugje?

Hij stal de harten van de inboorlingen geheel door hun eenige blinkende kraaltjes of tingelende klokjes te geven. Zij beschouwden die als dingen van onschatbare waarde. De mooie meisjes, die zich zeer zedig gedroegen, hingen die klokjes om haar midden en dansten vroolijk, terwijl zij naar het getingel luisterden.

Ik wist het overigens reeds op Hemelvaartsdag en daar ik thuis, voor mijn werktafel gezeten, genoeg kreeg van het gelispel en getingel, riep ik de schalksche deernen toe, dat het tijd was om snel naar huis te gaan; want de zon ging reeds onder en zij hadden zich genoeg met zingen en het indrinken der stralen verlustigd.”

Zoo waren Witte Donderdag en Goede Vrijdag voorbijgegaan, Stille Zaterdag gekomen met zijn zorgen voor de ophanden zijnde nieuwe feestdagen, en Zondag eersten Paaschdag luidden reeds vroeg in den morgen de klokken, de lucht verscheurend, juichend met kort getingel, met breede, statige galmen komend van uit de hooge verte. Christus was dood, begraven en weêr opgestaan.