Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Want ik geloof dat ze nu, in hun slaap, levend zijn. Ik geloof niet, dat die luidruchtige grappenmakerij van straks hun leven is, ik geloof niet dat hun getier en buitenmatig gemor kenmerken van hun werkelijk wezen zijn. Ik geloof, dat zij slechts in den slaap, in den volkomen rust, in hun onbewustheid, hunne primaire en simpele instincten tot uiting kunnen brengen.

Of men opzag tegen de forsche en breede gestalte, het scherpe en vaste oog, en de fiksche vuist, die uit de mouw van het wambuis stak, of dat men door een vernieuwd getier aan de zijde van het geplunderd wordende huis word afgetrokken, toen hij zich met den linkerarm ruim baan maakte en met den rechter den andere medevoerde, zeker was er niemand, die zich daartegen kantte.

Maar wat zoekt nu die volksmenigte? Met welk doel is zij bijeenverzameld? Wien bedreigt haar woest getier en haar grimmig gebarenspel?

Wij begrepen spoedig dat zij met al dat geraas en getier, al die beweging en die onverstaanbare uitroepen geene andere bedoeling hadden, dan om op hunne wijze te protesteeren tegen ons vertrek.

De liefde en de krijgsdienst... ze voltrekken zich immers aan iederen levenden mensch! Het getier houdt aan; het is of ik een meeting bijwoon, zonder sprekers. Toch, er is er een; hij draagt uniform en beklimt een stoel. Meer uit nieuwsgierigheid dan eerbied verstomt het getier. »Vanaf dit oogenblik«, zegt de redenaar, »staan jullie onder militairen tucht«. Het gehuil verdubbelt...

Zelfs in de slechtste jaren trekken de mijnwerkers, mannen, vrouwen, jongens, meiden, met trommels en trompetten voorop, in gansche troepen van de eene herberg naar de andere; elk oogenblik wordt de lucht verscheurd door de losbranding van kleine kanonnen, waarmede eereschoten worden gedaan ter verheerlijking van de heilige patronesse, wier naam aan al dat onstuimig gejoel en getier, aan deze liederlijkheid, wordt verbonden.

Eindelijk wijdde hij er een Hollandsch gedicht aan, dat aldus eindigt: Ik stae gelijk bedwelmt en overstolpt van geest, De Schouwburg wort verzet, en schoeit op hooger leest. Rijst Sophocles weer op? stampt Æschylus weer hier? Of maekt Euripides dit ongewoon getier?

Ik sloeg hen af; maar nu vlogen zy alle, met uitgebreide vlerken, van alle kant toe, en ik voelde my te gelijk in het aanzicht, van voren, van achteren, over het geheele lichaam en aan alle leden, zoo wel met hun nagels als snavels besprongen; en dit, onder een oorverdovend getier dat my vreemd was, en zeer van de stem dezer dieren by ons verschilde.

Wat een wrevel, welke verwijten en tegenverwijten, welk getier dat bij den terugkeer zou geven, wanneer dan de weitasschen zoo plat als bij het heengaan zouden zijn! Welnu, men geloove mij al of niet, maar mij werd het toeval beschoren, het eerste schot aftegeven. Ik zal de schande beleven om te vertellen in welke omstandigheden dat gebeurde.

"Bezwaarlijk kan men zich een denkbeeld vormen van het vreeselijke getier, dat door deze duizendtallen van Vogels in de donkere, binnenste ruimte van het hol voortgebracht wordt. Het laat zich slechts vergelijken met het geschreeuw van de Kraaien, die in de naaldhoutbosschen van het noorden gezellig leven en op boomen nestelen, welker kronen elkander aanraken. Het gillende, doordringende geschreeuw van den Guacharo wordt door het rotsgewelf weerkaatst en komt uit de diepten van het hol als echo terug. De Indianen toonden ons de nesten van de Vogels door fakkels te binden aan een langen stok. Zij bevonden zich in trechtervormige gaten, die 20

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek