Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Over deze en andere eigenheden zie vooral Verdam, Geschiedenis der Nederl. Taal3, bl. 159 vlg. Aan het Tweede Deel, dat de "Gepaarde woorden of wederwoorden" bevat, ontleen ik het volgende. Stafrijmen. Biezen en bijzen. Hij is begraven zonder bimmen of bommen. Blikken noch blozen. Boe noch ba zeggen. Buigen of bersten. Vóor dag en dauw. Door dik en dun. Ditje's en datje's.

De eenvoudige, slechts in bescheiden mate versierde gevel doet denken aan de strenge paleizen der Renaissance, met hun groote vakken, door weinige gepaarde openingen afgebroken. Al het effect wordt bereikt door de groote lijnen en door den indruk van kracht, dien de gewilde bescheidenheid maakt.

Deze eigenaardigheid verliest langzamerhand haar uitzonderingskarakter en wordt bij de na-komende klassen hoe langer hoe meer regel. Nergens is de algemeene degradatie zoo duidelijk uitgedrukt als bij de gekorven dieren, die lager zijn georganiseerd dan alle voorafgaande klassen. Na de eerste drie insectenorden worden gepaarde kaken dan ook nergens meer in het dierenrijk gevonden.

In het eerste geval zal toch de dampkring door verdamping meer vochtig worden dan opdroogen door de condensatie van omhoog gevoerde dampen, daar waar de met den wind gepaarde rijzingen van lucht bestaan, en die meerdere vochtigheid der lucht aanleiding gevende tot een grooter verschil in vochtigheid er van op de eene en andere plaats, en aldus tot een grooter verschil in ijlheid der lucht, de rijzingen en dalingen der lucht en aldus ook den wind bevorderen .

Geen kieuwdeksel, noch vlies over de kieuwen. Ademhaling door ronde gaten Geen kieuw-deksel maar een -vlies. Kieuwspleten op zijde in den hals; vier gepaarde vinnen. Een kieuw-deksel maar geen membraan. Vier gepaarde vinnen; bek onder de snuit. Een kieuw-deksel en een vlies over de kieuwen. Macrorhynchus. Ovoides. Wervelkolom uit beenige, onbuigzame wervels bestaand.

Een kieuw-deksel en een vlies onder de kieuwen. Onderste gepaarde vinnen ontbreken. Notopterus. Apteronotus. Macrognathus. Onderste gepaarde vinnen keelstandig voor de borstvinnen. Calliomorus. Oligopus. Chrysostomus. Onderste gepaarde vinnen onder de borstvinnen gelegen. Taenioides. Bostrichthys. Bostrichoides. Gymnetra. Gobiomoroides. Caesio. Centropodus. Centronotus. Coris. Gomphosus.

Met de schepping van een zenuwstelsel werd het haar vervolgens tevens mogelijk, een spierstelsel voort te brengen waaarbij gepaarde deelen een symmetrischen vorm bewerkstelligen. En als resultaat zien wij verschillende nieuwe typen, naar gelang van de levensomstandigheden en de nieuw-verworven deelen.

Intusschen zijn hun ademhalingsorganen nog overeenkomstig aan die der week- en schaaldieren, rankpootigen en ringwormen; en nog evenmin als deze bezitten ze een stem of oogleden. De algemeene lichaamsvorm is aangepast aan het zwemmen en heeft de symmetrie tusschen de gepaarde deelen behouden, die reeds bij de insecten werd aangevangen.

Zijn eigen oordeel sliep in; de ingenomenheid van Emma's vader deelde zich aan hem mede; Cats was op dit oogenblik voor hem de grootste dichter der wereld; en toen hij in diezelfde =Maagdenpligten=, die hij vroeger òf onverstaanbaar, òf ongezouten, òf alleen ouderwetsch en potsierlijk gevonden had, het versje der gepaarde schelpen aantrof, lette hij noch op dat die schelpen wel wat al te veel op notendoppen geleken, noch dat ditzelfde gedichtje ook op twee andere plaatsen, in vrij wat minder ideale bewoordingen te lezen stond, maar verslond het met de oogen, nam het op in zijn hart, en riep in geestvervoering uit: "God, hoe schoon!"

Verschillende onderzoekers hebben ons het Steppenhoen doen kennen als een bewoner van de steppen van Middel-Azië, van de Kaspische Zee tot in China. Pallas gaf in 1770 de eerste beschrijving van dezen Vogel, maar wist weinig mede te deelen over zijn levenswijze. Radde, die het Steppenhoen o.a. in de omstreken van het Tarai-nor of Tarai-meer in Mongolië heeft nagegaan, geeft uitvoerige berichten over dit dier in zijne "Reizen in het zuiden van Oost-Siberië, gedurende de jaren 1856 tot 1860;" hieraan is het volgende ontleend: "Het Steppenhoen komt omstreeks het midden van Maart uit het zuiden in het Tarai-nor-gebied, terwijl de sneeuw nog op de heuvels der hooge steppen ligt; het leeft dan in kleine troepen, maar altijd reeds gepaard. In zachte winters treft men het aan den noordoostrand van den hoogen Gobi aan; het verschijnt echter ook na strenge winters reeds zoo tijdig en broedt zoo vroeg, dat het ook in dit opzicht sterk de aandacht trekt. Zijne eieren vindt men reeds in de eerste dagen van April en tegen het einde van Mei voor de tweede maal. Nadat de jongen van het tweede broedsel uitgevlogen zijn, wisselen de Steppenhoenderen waarschijnlijk van verblijfplaats; gedurende de wintermaanden zwerven zij rond tot aan den zuidrand van den Gobi in de voorbergen van de Noordelijke Himalaja-plateaux. Zij vliegen in volkomen gesloten vluchten, op soortgelijke wijze als de verschillende soorten van Pluvieren, vereenigen zich in de lente tot kleine troepen, die uit reeds gepaarde Vogels bestaan (4

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek