Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Haar reis had zich tusschen twee knoopen, gelijk een draad van goud, uitgelengd: Venetië en Interlaken. Van Venetië genoot zij de zinderende kleurzangerigheid en Sörge, die een meesterlijke inrichter was, maakte haar, in dat gracelijk oord van wiegende geluiden, tot een zoetgevooisd popje, dat hij lichtelijk over de kanalen liet bijzen.
Over deze en andere eigenheden zie vooral Verdam, Geschiedenis der Nederl. Taal3, bl. 159 vlg. Aan het Tweede Deel, dat de "Gepaarde woorden of wederwoorden" bevat, ontleen ik het volgende. Stafrijmen. Biezen en bijzen. Hij is begraven zonder bimmen of bommen. Blikken noch blozen. Boe noch ba zeggen. Buigen of bersten. Vóor dag en dauw. Door dik en dun. Ditje's en datje's.
Ze zette zich neer vóor 't venster en kruiste hare beenen en deed haar pantoffel bijzen op 't ende van haren opgeheven voet. Ze lei hare armen op de leuning van twee naaststaande stoelen en vroeg hoe 't met Wiezeken was. Goedele zei dat het haar niet goed voorkwam, dat het kind daar wel deerlijk lag, zoo wit over zijne kaken, zoo wassig, en zoo teerblauw op de randen van zijne lippen.
Maar wat is mij, scherpgebekte, zwart-halfgroen gevliggervlerkte, vage vogel, dan 't bedied van uw eeuwig zeggen: „'k zie-'t?” Ziet gij, daar omhoog aan 't broeden, ziet ge, aan 't blijde jongskes voeden, in uw pierende oogskes, iet dat elk mensche niet en ziet? Zegt, of is 't de zonne rijzen, dat gij ziet, is 't buien bijzen ; kwade wichten of kwa died zitten ievers, diepe in 't riet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek