Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 oktober 2025
Toen men in de stad de mare verspreidde, dat het Fransch leger, geholpen door de Gentenaars en door de poorters van Brugge, de proostdij, het klooster en de Tierk ging innemen, sprak iedereen van den rijken buit welke men daar zou vinden.
Een hoop van bij de veertig Franse ridders ziende, liep hij te midden onder hen; doch Jan Borluut vervolgde hem met een groot getal Gentenaars. De veertig ridders waren weldra verslagen, en nog verdedigde Rodolf de Gaucourt zich altijd even moedig.
In verraderlijke taal berichtte Mahu den graaf, hetgeen in Gent voorviel en, op zijn kasteel van Male gebood Lodewijk, dat men Jan Yoens en zijne helpers gevangen nemen en ze ter dood brengen zou. Maar de Gentenaars waakten; zij versloegen de lieden van den graaf en staken te Wondelgem zijn kasteel in brand.
Door hunnen strijdlust en hunne drift aangevuurd, poogden de Gentenaars evenwel naar boven te klimmen; zij gelukten er zelfs in de valbrug neder te laten en vochten waarlijk eene wijl met de Kerels op de muren; maar welhaast had het brandend pik het vuur in den toren gestoken, en nu rees onmiddellijk de vlam tot boven zijne gaanderij.
Uw gezellen die op de schildwacht staan, zal een andere bezorgd worden. Nu wij zien dat er uit alle steden hulp toekomt, en dat wij zo sterk worden, mogen wij dit geluk wel vieren." "Ik drink ter schande van de Gentenaars!" riep een gezel.
De Gentenaars huilden van woede en wraakzucht, en vernieuwden telkens den aanval met verdubbelde kracht; de ridders, die niet minder onversaagdheid dan deze dorpers en landloopers zouden hebben willen toonen, sprongen met even blinden moed tegen de ladders op, doch werden telkens afgeslagen of boven den wal aan stukken gehakt.
"En zoohaast de Gentenaars aankomen, zal men den burg bestormen?" vroeg Robrechts zuster met eenen zucht. "Ongetwijfeld, jonkver Sneloghe." "Ach, en dan zal mijn broeder en dan zult gij, mher Eggard, alweder moeten strijden!" "Tenzij het Kerlenleger eerder dan de Gentenaars binnen Brugge trede.
Te vergeefs trachtte de prins de Gentenaars door goede woorden tot rust te brengen, zijne pogingen baatten niets. In het begin van December 1578 brak er zelfs een nieuwe opstand uit, die een algemeenen beeldstorm en andere gewelddadigheden ten gevolge had.
Daarom vroeg hij eene tijdelijke belasting van twee stuivers grooten «up elc hoet zouts.» De Gentenaars weigerden, en de hertog verliet de stad met het vast besluit van er geenen voet meer in te zetten, vooraleer zij zich zou hebben onderworpen aan dien eisch. Nu volgde de eene moeilijkheid op de andere. In den zomer van 1453 riep de Burgondiër uit al zijne landen nieuwe manschap op.
Wanneer de twee Koningen met al de andere ridders reeds gesneuveld waren, en dat zijn paard ook reeds gevallen was, stond Rodolf nog met een wonderbare onversaagdheid te midden zijner vijanden. Hij verweerde zich behendiglijk tegen de Gentenaars, en dreef dezelve met schriklijke slagen van zich.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek