Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Heden ten dage is de genitivus op en geheel uit de schrijftaal verdwenen, en dien ten gevolge ook byna geheel uit de spreektaal. Slechts in enkele nederlandsche gouspraken bleef die oude, goede en welluidende form tot op dezen dag in gebruik.
B. v. het woord campa, gevecht, wordt of liever blijft in den tweeden naamval campa, van het gevecht; tunge, tong, wordt in den genitivus tunga, van de tonge; en are, oor, wordt ara, van 't oor.
Deze groep van geslachtsnamen is dan ook vooral in Vlaanderen en Brabant inheemsch, terwijl de namen met dubbelden genitivus, en en s, ens, meer in het noorden t'huis behooren. Voorbeelden van zulke namen zijn: Arekens, Bollekens, Boomkens. In de noordelike Nederlanden daarentegen vinden wy geslachtsnamen als Bantjes, Brantjes, Buyskes, ontleend aan verkleinformen op tje en ke, zonder slot-n.
Het Ags. geanes is een genitivus zoo als wij van voort, voorts, van een, eens, van regt, regts maken. Angieren, met eene kromme bocht ergens tegen aanzwaaien. Zeer eigenaardig wordt het gezegd van een voorwerp, dat aan een touw zit en zich dus in eenen cirkelboog beweegt om het punt dat het touw vasthoudt.
De geslachtsnamen Winters en Winterink zijn vadersnamen van dezen ouden mansvóórnaam. Namen van maanden zijn my voorgekomen als de geslachtsnamen Meert, April, De Mey en Julij. Zonder twyfel zijn de namen April en De Mey in der daad aan de namen der maanden ontleend. In Julij kan een vadersnaam schuilen. Namelik een latynsche genitivus van den mansvóórnaam Julius.
Ook by zulke eigenaardige namen welke niet in eenen tweeden-naamval gedacht kunnen worden, of waar de genitivus geheel overbodig was, of rechtstreeks tegen den geest der taal indruischte, deden zy toch zoo. Op bl. 46 is reeds op deze eigenaardige naamsforming gewezen; verder op in dit werk zal men ook nog meer voorbeelden daarvan vinden.
Zoo is, b. v., nog de oude Friesche genitivus bij ons in bloeijend gebruik: amme bread smekt swieter as memme koeke, waarin amme en memme, de nu wel verstompte, maar toch in de woordvoeging onveranderd geblevene oude genitivi, amma en memma zijn.
Wanneer wij dan, met billijken eerbied voor ouderdom van jaren, het eerst zullen noemen, die het eerst in het licht verschenen zijn, dan dient het allereerst gewaagd van het werk van den ouden Grammaticus, hetwelk GABBEMA, in het tweede deel zijner uitgave van GIJSBERT JAPIX, heeft opgenomen . Het heeft betrekking tot het Landfriesch uit het midden der 16de eeuw: na de formatie van het meervoud der naamwoorden opgegeven te hebben, beuzelt de schrijver over de geslachten en naamvallen, wier bestaan hij, op den enkelen genitivus na, slecht weg ontkent, alsmede over de formatie van de vergelijkende trappen en de getallen der bijvoegelijke naamwoorden, over de verkleiningsvormen, de artikels en de telwoorden; alles zeer kort en oppervlakkig.
De Friesen in 't algemeen maakten van hunne mansvóórnamen, sedert zy den oud-frieschen form van den genitivus op a niet meer gebruikten, den tweeden-naamval op is of es. Van den mansvóórnaam Geert b. v. maakten zy in den tweeden-naamval Geertis of Geertes. Kwam daar nu het oude woord ma achter ter forming van een patronymikon, dan ontstond alzoo de geslachtsnaam Geertisma of Geertesma.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek