United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Atheners, die Parijzenaars van voorheen, vermoordden Phocion, evenals Coligny, en vleiden de tyrannen zoozeer, dat Anacephorus van Pisistratus zeide: Zijn uitwerpsel zelfs lokt de bijen. Gedurende vijftig jaren was in Griekenland de aanzienlijkste man de grammaticus Philetas, die zoo klein en mager was, dat hij zijn schoenen met lood moest vullen, om niet door den wind weggevoerd te worden.

In zijne behandeling der naamwoorden volgt hij den ouden Grammaticus, doch alleen, om hem telkens teregt te wijzen.

Nicander, Nikandros, van Colophon, grammaticus, dichter en geneesheer, van wien nog twee geneeskundige leerdichten bewaard zijn. Zijn voornaamste werk, de Heteroioumena, is door Ovidius in zijne Metamorphosen veel nagevolgd. Hij leefde in het midden der 2de eeuw. Nicarchus, Nikarchos, naam van twee grieksche epigrammendichters.

Rhetrai, z. Lycurgus no. 5. Rhianus, Rhianos, van Creta, episch dichter en grammaticus in de laatste helft der 3de eeuw; in zijne jeugd was hij slaaf geweest, later werd hij de vriend van Eratosthenes. Als zijne werken worden genoemd verscheiden epische gedichten en eene uitgave van Homerus.

In 78 heeft Cicero op Rhodus zijn lessen gevolgd; ook andere Romeinen, o.a. Sophista, alexandrijnsch grammaticus, tijdgenoot van Augustus. Hij leefde eenigen tijd te Rome onder Marcus Aurelius, later keerde hij naar Alexandrië terug.

Hoewel hij zich met alle macht tegen de onderneming naar Sicilië verzette, werd hij met Alcibiades en Lamachus aan het hoofd ervan gesteld , en daar Alcibiades terstond teruggeroepen werd en Lamachus spoedig sneuvelde, had hij alleen de leiding van de zaken in handen. Curtius, van Cos, grammaticus, vriend van Cicero, Dolabella en Pompeius.

Wanneer wij dan, met billijken eerbied voor ouderdom van jaren, het eerst zullen noemen, die het eerst in het licht verschenen zijn, dan dient het allereerst gewaagd van het werk van den ouden Grammaticus, hetwelk GABBEMA, in het tweede deel zijner uitgave van GIJSBERT JAPIX, heeft opgenomen . Het heeft betrekking tot het Landfriesch uit het midden der 16de eeuw: na de formatie van het meervoud der naamwoorden opgegeven te hebben, beuzelt de schrijver over de geslachten en naamvallen, wier bestaan hij, op den enkelen genitivus na, slecht weg ontkent, alsmede over de formatie van de vergelijkende trappen en de getallen der bijvoegelijke naamwoorden, over de verkleiningsvormen, de artikels en de telwoorden; alles zeer kort en oppervlakkig.

De dominus heeft ons al dadelijk een goede opvoeding gegeven, edele heer; hij heeft ons bij een grammaticus, op de school in Syracuze, laten leeren, grammatica en spellen en zuivere uitspraak van klinkers en medeklinkers, wanneer men aspireeren moet, wanneer niet en te gelijk met de grammatica leerden wij muziek, fluitspelen en ons bewegen en

Philetas, Philetas, van Cos of Rhodus, tijdgenoot van Philippus en Alexander, beroemd grammaticus en dichter, leeraar van Ptolemaeus Philadelphus, Theocritus en Zenodotus. Hij muntte uit in de erotische elegie en wordt door de Rom., vooral door Propertius, dikwijls nagevolgd.