Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 mei 2025


Aan den steiger, die met groen en bloemen was versierd, wachtte een uitgelezen gezelschap de aankomst der boot af. Vooraan stond koning Mark, den gouden kroon op het hoofd en tuurde in onrustige spanning naar het schip. Toen Isolde den voet aan land zette ging er een gemompel van bewondering door de verzamelde menigte, want de jonge prinses was schoon als de morgenstond.

Ik reken het mij tot een eer en voorrecht, hier als gast van mijn hooggeschatten gastheer Dirk Kloppers en zijne wakkere gade aan dit feest ter herinnering aan eene heugelijke familiegebeurtenis tegenwoordig te mogen zijn." Er gaat een goedkeurend gemompel door het ruime groote vertrek. »Buffelskloof," verbetert de accurate overgrootmoeder.

Bij de lawangs gekomen, luisterde hij aan de dunne wanden en sloop toen weer behoedzaam verder, tot hij gemompel van een paar mannenstemmen vernam. Het kwam uit de lawang van Senawa.... Hij strekte zich languit op den vloer en drukte het oor tegen den dunnen wand. Zoo bleef hij geruimen tijd onbeweeglijk liggen luisteren. Eindelijk scheen hij genoeg te hebben verstaan.

Kinderlijke pret om ezel en Silenus had de cavea; er was een gedruisch van stemmen, terwijl wat de Prologus galmde, uitstekend van pas kwam: Verwonderd zoû ik zijn zoo in hun zetels Al wie daar zit mij niet belachlijk vond, Niet praatte en proestte en poefte en hoestte en mij Door eindeloos gemompel 't niet heel moeilijk Zoû maken.... Heeft beroemde mimus-speler Of jong blankvellig komediantje niet Al moeite zich op deze planken te Handhaven....? Hoe zal ik dan, oude heer Op m'n ezel, u een óogenblik maar boeien....!

Een gesmoord gemompel van verontwaardiging liep door den geheelen kring, en Mevrouw Shelby sprak van de veranda: "Mijnheer Haley, ik verzeker u dat die voorzorg geheel onnoodig is." "Dat weet ik niet, mevrouw, ik heb al vijfhonderd dollars hier verloren, en kan er niet meer aan wagen."

Weer klonk een dreigend gemompel. Kees vervolgde met vuur: »Laat ons vechten, mannen! De antoe's helpen ons, als we maar dapper strijden! Wat zeggen de mannen van de Kenjaoe nu?" Een druk gepraat ging door de rijen. Enkele jonge mannen stieten oorlogskreten uit. Anderen sloegen op hun schilden. De meesten echter wachtten met ingespannen verwachting, wat de oudsten en hoofden zouden zeggen.

Hier werd het gesprek gestoord door een algemeen gemompel, en de afslager, een kort en dik manneke, drong met veel drukte en groote deftigheid door de menigte heen. De oude vrouw haalde diep adem en greep onwillekeurig haar zoon vast. "Blijf dicht bij mij, Albert dicht bij mij zij zullen ons te zamen opzetten," zeide zij. "Och, moeder, ik vrees, dat zij toch niet zullen," antwoordde de knaap.

Elk der verklaringen van deze drie mannen, die blijkbaar oprecht en te goeder trouw waren, hadden bij de aanwezenden een gemompel, een slecht teeken voor den beschuldigde doen ontstaan, welk gemompel telkens sterker werd en langer aanhield, wanneer een nieuwe verklaring zich bij de vorige voegde.

Een gemompel van deelneming doorliep de menigte, die den stervenden koning van harte bemind had, en zijne wegkwijnende dochter met dat medelijden beschouwde, hetwelk men in den regel voor jeugdige teringlijders zoo diep gevoelt en zoo ruimschoots toont, vooral wanneer zij voor een schitterend en gelukkig leven geboren schijnen te zijn.

Die man was Filips, zoon van Jakob Van Artevelde. Hij dacht aan zijne vaderstad, aan het eens zoo machtige, thans zoo ongelukkige Gent. Plotseling treft geraas en dof gemompel het oor van Filips. Het was alsof eene groote volksmenigte zich voor de deur verzamelde. Filips opent een venster en ziet honderden poorters en ambachtslieden voor zijn huis vergaderd. Welk was hunne bedoeling?

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek