Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


De bleeke hemel scheen wel een wit laken dat over de aarde werd uitgespreid. "O God, o God!" herhaalden de vrouwen half voor zich heen, als vreesden zij den klank van haar eigen stem te hooren. Een vreeselijk gekraak overstemde haar woorden. De dieren hadden in hun doodsangst de deuren van hun stal weten open te dringen.

Klokken luiden, wagens ratelen, spuiten komen te voorschijn, water wordt uit het meer aangedragen, van uit alle dorpen stroomen de menschen toe. Men hoorde geschreeuw, gejammer en luide bevelen; nu stortte het dak in met verschrikkelijk gekraak en in een zee van vonken. Maar Kevenhüller stoorde er zich niet aan. Hij zat op zijn aanbeeld en wreef de handen.

De avond begon meêr en meêr te vallen, de horens van de beesten-hoeders, die zich in de bergen deden hooren, en tegen de rotsen weêrgalmden, verwijderden zich al verder en verder, eindelijk hoorde ik niets meêr, dan het geruisch der rivier, en het gekraak der keisteentjes, waarover ik liep, en waar deze oever als mede bezaaid is.

Zijn borst zwoegde, terwijl zij staroogend bleef neerzien naar de diepte van den put. De verschrikkelijke man wierp het hoofd achterover, en de tralies vastgrijpend, hief hij het vlakke gelaat tegen den rooster, het geleek een warrige ruigte, waarin twee vurige kolen gloeiden. "Ha! zijt gij het, Jezabel! Ge hebt zijn hart u toegeëigend met het gekraak uwer schoenzolen.

De kreet werd herhaald een licht verscheen een visioen van twee verschrikte, half gekleede mannen boven aan de trap wemelde voor zijn oogen een flits een hard geluid rook een gekraak ergens, waar wist hij niet en hij tuimelde terug. Sikes was een oogenblik verdwenen, maar hij sprong op en greep, eer de rook was opgetrokken, Oliver bij zijn kraag.

Hoorde zij niet het kalm gefrommel van zijn koerant, het regelmatig gekraak van zijn schoenen op de vloer? ... Van den gang, die van gedempter licht was om het dikke hooge groen van den tuin er achter, kwam Mathilde, met koele huivering over haar voorhoofd, de groote kamer binnen.

"Joa hij, moeder." "Hoe loat es 't?" "Koart noar den ien; sloap moar gerust." "Zilt-e de deure goed op slot doen?" "Joa ik, moeder, ge meug gerust zijn." "Ge moet zeker om de Van Doalens goan?" "Joa ik, moeder." Hij hoorde een zucht en een gekraak van 't bed, waarin ze zich scheen om te keeren.

Hoort ge niet ja, gy hoort het, want uit de voorgelezen tekstwoorden hebt gy gezien dat uw God is een machtig God, en een God der gerechte wrake ja, gy hoort het gekraak der beenderen en het geknetter der vlammen in het eeuwig Gehenna waar weeninge is, en tandengeknars! Dáár, dáár branden zy, en vergaan niet, want eeuwig is de straffe!

Daarna reden ze langzaam, met een kort gekraak van de kast en lange klachten van de wielen, tot midden achter het huis, voor een oude stoep met door den regen versleten treden.

Hij schoof het laddertje voor zich uit en naderde behoedzaam het wak. Al was Jan nòg zoo mager, en al woog zijn lichaampje nòg zoo licht, toch liet het ijs, dat bij de brug erg dun was, een dreigend gekraak hooren. Jan liet er zich echter niet door weerhouden. Bedaard ging hij verder, half steunende op het laddertje, dat hij met kleine stootjes voortduwde. "Fik! Fik!" riep hij den hond toe.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek