Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
Ik vind dus dat die preeken ongelyk hadden. En dat vind ik van veel preeken. Na met 'n bevend stemmetje den man te hebben opgegeven hoe-i heette, verstopte Wouter z'n misdadig geluk onder 't helend kieltje, en vloog de deur uit, schichtig als 'n kat die haar prooi beet heeft, nadat ze "uren lang gedoken zat." Een kort hoofdstuk in vyf deelen. 1e.
Er viel een fijne motregen en het regende gestadig door. Phileas Fogg zat in zijn hoek gedoken en sprak geen woord. Passepartout, nog eenigszins onthutst, drukte onwillekeurig het valies met banknooten stijf tegen zich aan. Maar de trein had Sydenham nog niet gepasseerd, of Passepartout uitte een kreet van wanhoop. "Wat is er?" vroeg Fogg.
"Zoo gauw als je maar iets vindt, dat geschikt is," stond er in haar briefje, "want ik wil hier liefst dadelijk vandaan." Vijf uur geleden moest hij dien brief reeds ontvangen hebben en nog was hij niet gekomen. Nog zat zij in elkaar gedoken bij de open deur vlak bij den gang, naar de bekende voetstappen op de trap te luisteren.
Hij zat zooals gewoonlijk, wat in elkaar gedoken en sloot de oogen half in een wolk van tabaksrook. In alle stilte zag hij dien sterken, knappen man aan, die geen raad wist met die kleine moeilijkheid en met een vlugge beweging sloeg hij de asch van zijn sigaar. "Ik vind niet, dat je hier herrie over moet maken." "Neen, niet waar?
Alle schepen moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden; en dit laatste middel verkozen wy. Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen, die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen.
Sindsdien, oud geworden en half-blind, blijft hij gedoken bij den oever, dagen aan dagen, en schuifelt op zijn rieten tuig zijn zonderlijke deuntjes, alover de zee. Kent gij hem niet? Zijn gele haar is gelijk den gloed van de avondzon.
"'T en es gie woar toch zeker!" riep hij. "Wa hé ze dan?" "'t Woater," fluisterde 't Begijntje. "Wilt er gij ne kier bij komen: moar 'k en peize niet da z'ou nog zal irkennen?" Zij ging hem voor door 't kille gangetje, de rand van haar zwart kleed zacht schuivend over de roode tegeltjes, haar frisch gelaat in het doorschijnend-hagelblanke van 't kornet gedoken.
Gedoken in 't voort-ijlend hokje, Zij, mijn Lief, en ik, en het kind, Het in zoelen slaap verzonken kind in 'n witwollen doekje gewikkeld, Hooren we enkel 't gerinkel der bellen Over de ruischlooze wegen der nacht In het zuidelijk bergland langs 't zuiver-wijd fluist'rende meer
Zijn rug was gedoken in de donkere, paarsom rande toga; zijn witte haren golfden samen met die van zijn grijzenden baard, en de zon, die door den baldakijn drong, stortte een stroom van licht over zijn wrevelend voorhoofd. Ook Herodias' voorhoofd zette rimpels. Aangezicht tegenover aangezicht stonden ze, en in wrokkende kwaadaardigheid maten ze elkander met den blik.
Die kruipende dieren duiken gemakkelijk onder water, en kunnen lang onder blijven, als zij de vleezige klep maar sluiten, welke zij aan het einde van den neus hebben. Sommige van die dieren sliepen nog toen men ze ving, en waren in hun schild gedoken om daardoor veilig te zijn tegen andere zeedieren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek