Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Carpena was intusschen op een der rotsen blijven stilstaan, alsof hij daar ter plaatse door eene onweerstaanbare macht tot onbewegelijkheid gedoemd was. Al had hij de voeten willen optillen, al had hij de beenen in beweging willen stellen, dan zou hij het toch niet gekund hebben.

Het mist het zuivere, nuchtere verstand van den middelmatigen man, en door de combinatie van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen, is hij gedoemd, de gevoelens van beide sexen te doorleven.

Thans zag Koning Ferdinand in dat hij, alsof hij gedoemd was om door schade en schande nimmer wijs te worden, alweer eene groote domheid begaan had door De Balboa niet tot Gouverneur van Goud-Castilië aan te stellen. Die domheid kon goed gemaakt worden, wanneer hij Pedrarias terugriep en De Balboa tot Gouverneur benoemde.

Meer dan een eeuw lang droeg het land het harde juk; geplunderd en uitgezogen door zijne beheerschers, gedwongen jaarlijks eene bepaalde schatting aan slaven op te brengen, scheen Goerië ten ondergang gedoemd.

Het leek alsof iedere atoom van mijn lichaam iederen anderen atoom afstootte en op het punt stond om onweerhoudbaar de ruimte in te vliegen. Maar dat duurde niet langer dan een oogenblik. Wij waren gedoemd tot vernietiging. Toen de winddruk er niet meer was, werd de zee hol. Het water rees, sprong, spoot omhoog, recht naar de wolken.

Het was treurig, toen wij op Nieuw-Zeeland de fiere, kloeke inboorlingen hoorden zeggen, dat zij wel wisten dat hun land gedoemd was aan hunne kinderen te ontvallen.

Een geheelen dag duurde de moord, en het zwaard keerde niet in de schede dan toen er geen droppel bloeds meer te vergieten viel en er niets overbleven dan grijsaards, vrouwen en kinderen, die tot slavernij gedoemd werden. Nog gruwzamer was de behandeling, die hij Betis deed ondergaan.

De hoofdman keek voor zich op den grond, en antwoordde na een korte pauze: "Gij hebt de waarheid gezegd; maar de bleekgezichten dringen van alle kanten op ons aan, zij overstroomen ons, en de roode man is gedoemd, om een langzamen en smartelijken marteldood te sterven. Is het dan niet beter voor hem, den strijd zoo te voeren, dat hij spoediger sterft en spoediger vernietigd wordt?

Niemand zal, wanneer hij een fashionabelen dineur voor ’t eerst ontmoet, in hem een man vermoeden, die met een verleden heeft te kampen gehad, om eindelijk op meer dan rijpen leeftijd door ’t onverbiddelijke noodlot te worden gedoemd, om, zooals men ’t wel eens vulgair uitdrukt, „zijn kostje hier en daar op te halen.”

Ook de lagere volksklasse heeft, ondanks den harden arbeid waartoe zij gedoemd is, eene groote mate van opgeruimdheid en kinderlijke zorgeloosheid behouden, en daarbij eene zekere bruske en familiare beleefdheid, en eene dienstvaardigheid, die tegen geene moeite opziet.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek