Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Om aan al dat gebedel een eind te maken, stond ik op het punt aan ieder het zoo vurig begeerde voorwerp te geven, toen Pepe Garcia mij herinnerde dat wij nog een langen weg hadden af te leggen, waarop wij nog vele Chunchos zouden ontmoeten, en dat het daarom raadzaam was, wat zuinig om te gaan met onze messen, de eenige munt, die bij deze wilde stammen bekend en gangbaar is.

Dit alles ging gepaard met onverstaanbare uitroepen en luid gelach: het scheen wel dat zij ons in de eerste en voornaamste plaats hoogst bespottelijk vonden. Toen de maaltijd was afgeloopen, bracht Pepe Garcia hun aan het verstand, dat wij nu onzen tocht wilden vervolgen, en dus afscheid zouden nemen.

Ik smeet hem de kaarten in het gezicht. Hij wilde zijn karabijn nemen; ik zette er den voet op en zeide tot hem: Men zegt dat je het mes hanteert als de beste vechter van Malaga; wil je het eens met mij probeeren? De Dancaïre wilde ons scheiden. Ik had Garcia een paar vuistslagen gegeven, toorn had hem dapper gemaakt, hij had zijn mes getrokken, ik het mijne.

Toen deze zaak eindelijk geregeld was, bracht de Cid zijn voornaamste aanklacht tegen de Infantes in het geding, en vroeg eerherstel in het tournooi voor den grooten smaad zijn dochters aangedaan. Hierop stond Graaf Garcia op, om de Infantes te verdedigen. Hij pleitte, dat zij van vorstelijken bloede waren, en alleen reeds daarom volkomen gerechtigd, zich te ontdoen van de dochters van den Cid.

Op de landpunt tusschen de beide rivieren vertoonen zich groote granietrotsen. Wij ontdekken twee hutten, eene op den linker en eene op den rechter oever, beiden door blanken bewoond. De laatste hut ligt op onzen weg. Wij bestijgen een soort van steile trap, in den weeken kleigrond van den zeven tot acht el hoogen oever uitgehouwen. Wij zijn bij Gregorio Garcia.

Deze mededeeling verbaasde mij zoozeer, dat ik de gidsen op nieuw door Pepe Garcia liet ondervragen, waarop zij nogmaals verzekerden dat wij ons op de eigen plek bevonden, waar San-Gaban gestaan had. Nu was geen twijfel langer mogelijk; werktuigelijk zag ik in het rond, of ik niet een of ander overblijfsel van menschelijken arbeid vinden kon; ik zag niets dan gras, mos, struiken en groote boomen.

Blijf een beetje achter; de Kreeft is dapper en handig; hij heeft goeje pistolen.... Begrijp je?.... Zij onderbrak zichzelf weer met een schaterlach die mij deed rillen. Neen, zeide ik tot haar: ik haat Garcia, maar hij is mijn kameraad. Eens misschien zal ik je van hem verlossen, maar wij zullen samen afrekenen naar de wijze van mijn land.

Ik keerde terug naar ons rendez-vous, de plek kennend die de Engelschman en Carmen moesten voorbijgaan en het uur waarop. Ik vond den Dancaïre en Garcia die mij wachtten. Wij brachten den nacht door in een bosch bij een vuur van denneappels, dat heerlijk brandde. Ik stelde Garcia voor kaart te spelen. Hij nam dat aan. Bij de tweede partij zeide ik dat hij valsch speelde; hij begon te lachen.

Dat was genoeg voor goede verstaanders. Zij hadden overvloed van guinjes bij zich. Garcia wilde hen dooden, maar de Dancaïre en ik verzetten ons er tegen. Wij namen alleen hun geld en hun horloges, en verder hun hemden, waaraan wij dringend behoefte hadden. Men wordt slecht meneer, zonder er bij te denken.

Maak hem af en verlies de katoenen kousen niet. Gooi hem neer! riep Carmen mij toe. Door vermoeidheid moest ik hem een oogenblik neerleggen, beschut door een rots. Garcia kwam nader en schoot hem met zijn karabijn door het hoofd. Die hem nu zou herkennen is knap, zeide hij, het gezicht ziende dat door twaalf kogels was verbrijzeld. Ziedaar, meneer, het mooie leven dat ik heb geleid.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek