Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Ook de anderen zagen nieuwsgierig-zwijgend toe: de groene Engelsche met glimlachenden tandenmond en vreemde uitroepingen van verrassing, de beide oude heeren ietwat sceptisch op hun hoede en meneer Gaëtan met zijn Mephisto-grijnslach, de nauw-gespleten, donkere oogen telkens van de schilderijtjes afgeleid naar Elvire en meer nog naar de Engelsche, die hij met heimelijk-geboeide aandacht nauwkeurig scheen op te nemen en te ontleden.
Fonske nam haastig zijn hoed af en groette zoo nederig en zoo diep als hij mejonkvrouw Elvire en meneer Gaëtan had gegroet. De twee estheten, daarentegen, namen in 't minst geen notitie van den geestelijke. Fonske was er gansch ontsteld van, want meneer de pastoor was geen mindere macht dan meneer de graaf of meneer de baron en hij vreesde strenge verwijten, dat hij in slecht gezelschap verkeerde.
Rijkdom kon hem weinig schelen, maar jonkvrouw Elvire!.... O, wat zou hij gelukkig zijn! En hij aanzag meneer Gaëtan als een soort halve God op aarde, die wellicht den omvang van zijn eigen groot geluk niet eens kende.
Enkele seconden later stond hij vóór jonkvrouw Elvire en meneer Gaëtan, die hem glimlachend te gemoet traden. Vreemd deed het hem aan toen hij ze zoo samen vóór zich zag. 't Was hem te moede alsof er iets gebeurde wat niet mocht. Het was alsof zij hem bedrogen hadden zonder hem te waarschuwen.
Het was reeds volop zomer en al heel dikwijls had Fonske het jong meisje met haar gouvernante, of in gezelschap van meneer Gaëtan en den baron, van het eene kasteel naar 't ander door de weiden heen zien loopen, zonder dat zij ooit bij hem aankwam. Telkens vroeg hij 's avonds, bij zijn thuiskomst, gejaagd aan zijn moeder: "Hè jonkvreiw Elvire hier nog nie geweest?"
Fonske, steeds roerloos naast zijn schilderijen onder 't trosje populieren, hoorde de aan wal getrokken ketting rinkelen, zag de deftige partij uitstappen. Maar een der koewachtertjes, die zich even naar den overkant der weilanden had omgekeerd, kromp plotseling als van benauwing in elkaar en schreeuwde in ondertoon naar Fonske toe: Fons, den b'ron komt ginter euk, mee menier Gaëtan.
Wel kwamen er ook dikwijls andere jongelui en jonge meisjes op de twee kasteelen, doch dat was maar tijdelijk: die bleven een poosje en verdwenen, terwijl de jonker en de jonkvrouw aldoor samen bleven. Fonske wist dat zoo goed als iedereen en soms dacht hij daaraan met stillen weemoed en liet zich in zijn droomen en gepeinzen gaan. Als hij nu eens meneer Gaëtan was in plaats van Fonske Vermaere!
Als onder een schok keerden, èn Fonske, èn al de andere koewachtertjes zich om en daar zagen zij werkelijk ook meneer de baron aankomen, met zijn zoon Gaëtan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek