Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 november 2025
Zie Mannhardt, Baumkultus, bl. 190 vlg.; Driem. Bladen I, bl. II, bl. 70; Dr. De Vooys, in Volkskunde XXIV, bl. 154; Schrijnen, in Limburg's Jaarboek I, 3, bl. 25 vlg.; H. Welters, Feesten enz.; bl. 50; Heuvel, Volksgeloof en Volksleven, bl. 312 vlg.; Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 261.
Deze wordt nu het mikpunt van alle anderen en alle tollen, die hierbij van het gaan af raken, moeten binnen den kring gelegd worden. Zie Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 234. Hoepel- en vliegerspelen. De hoepel is van hout of van ijzer en wordt door middel van een stok voortgedreven.
Geheel als raadsel op te vatten is een sprookje als het volgende, ons door Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven II, bl. 143 meegedeeld: Er was eens een meisje, dat vrijde met een ruiter. Zij wist niet, hoe die ruiter heette en evenmin, wie hij was.
Het lijkt nu allemaal te veel op de menage van een welgestelde burgerhuishouding uit Groningen's of Friesland's achterhoek, in plaats van op de tafel van een eerste-rangshotel, waarop men als eerste klasse-passagier toch min of meer aanspraak mag maken.
Zie Gallée, Volkskunde XIII, 84, 122; Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 404; De Cock, Spreekwoorden en Zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en volkszeden, bl. 129, 217; Heuvel, Volksgeloof en Volksleven, bl. 330; Schrijnen, Essays en Studiën, bl. 78; Volkskunde XIV, bl. 101; XX, bl. 69; XXV, bl. 164; Limburg's Jaarboek I, bl. 181; XVI, bl. 13; Rond den Heerd XXV, bl. 154.
Een andere manier van "bal uitslaan", eveneens in de Dokkumer Wouden, was een vermakelijkheid, die uitging van een jong paar, dat op trouwen stond, ter wille van hun vrienden en vriendinnen, altijd op Sint Pietersdag; zie hierover Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 168. Waren wij niet in de gilde gegaan, Dan hoefden we Sint Pieter den bal niet te slaan.
Zie Wolf, Niederländische Sagen, passim; Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, passim; Hofdijk, Kennemerland; De Cock, Brabantsch Sagenboek III, bl. 1 160, 197, 280; Welters, Limb. Legenden I, passim, II, bl. 93; Poelhekke, Woordkunst, bl. 87; Dr. J. F. D. Blöte, Das Aufkommen der Sage von Brabon Silvius, dem brabantischen Schwanritter, in de Verhandelingen v.d. Koninkl. Akad. v.
Wel trekken nog in enkele Friesche dorpen de kinderen geruchtmakend en met ketens rammelend door de straten. Zie Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 167. Vele broederschappen of gilden van Sint Antonius drinken dien dag haar halve ton gildebier. Zijn attribuut is het varken, omdat de duivel in varkensgedaante hem bekoorde.
Ze kwamen terug in het jaar 383, en Udolph Haron verheugde zich, dat zij zoo krachtig en manhaftig waren. Hij wilde ze bij, zich houden, zoolang hij nog op aarde was, doch het verlangen van oude menschen kan het leven niet regeéren. Twee jaren woonden ze in zijn huis, toen er luid geklaag klonk in Friesland's dorpen, want de grond was niet zoo rijk, dat hij allen kon voeden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek