Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Verder Bolsma als Bolesmona, Sierksma als Sirikesmona, Brongersma als Brungersmona, enz. By verloop van tijd ging deze volle form mona ook, door verfloeiing der klanken, in mena over. Deze oorspronkelike beteekenis der geslachtsnamen op mona, mena, ma eindigende, was den middeleeuschen Friesen, in de 13de en 14de eeu, nog ten vollen bewust.
Ook de hoogduitsche form van dezen naam komt in Nederland voor, als de geslachtsnaam Schimmelpfennig; buitendien ook nog versleten als Schimmelpfeng. Minder in achting was de kwade, dat is de valsche penning, die nog in den geslachtsnaam Quapenninck leeft.
Zulke patronymika zijn ook in grooten getale als vaste geslachtsnamen tot op den dag van heden in stand gebleven. Toch is hun aantal niet zoo groot als dat der vadersnamen op s. Dat komt omdat reeds sedert de 16de eeu de schrijftaal den form op s begunstigde boven dien op en, en de meesten dezer toenamen van na dien tijd dagteekenen.
En dat werkelik in den nederlandschen geslachtsnaam Welvaert het hoogduitsche Wohlfahrt = Wolfhart schuilt, krijgt door het voorkomen van den patronymikalen form van dezen naam, Welvaerts dus: zoon van Wolfhart, Welfhart zoo veel te meer waarschijnlikheid. Een paar geslachtsnamen tot deze groep behoorende, gaan op leven uit. Te weten Blyleeven, Goeleven, Langleven, Zachtleven en Saftleeven.
Bakker, Backer, De Bakker, De Backer, in verlatynschten form Bakkerus, en als patronymikon Bakkers. Sommige oude Nederlanders zeiden ook baken en baker met opene a, in plaats van het hedendaagsche bakken en bakker. Het Engelsch heeft nog heden ten dage dit woord als baker. Die oud-nederlandsche form leeft nog in de geslachtsnamen Baker, De Baker en De Baecker, met Baekers als patronymikon.
Dat het ook wel, door afslyting der slot-n als ma luidde, leert ons het woordje men, dat in 't Oud-friesch als ma, later ook als me voorkomt, en nog heden wel in dien form door de Friesen in hunne spreektaal gebruikt wordt; b. v. me scoene sizze! men zou zeggen!
Onder deze man-namen zijn er eenigen, die thans niet meer in dien form in het hedendaagsche nederlandsch voorkomen, al zijn ze nog als geslachtsnamen bewaard en in gebruik gebleven. By voorbeeld speckman voor varkensslachter; coolman voor groenteboer of warmoezier; brandewijnman, dunnebiersman, enz.
In de nederlandsche volkstaal gebruikt men gewoonlik den form Italiaander, overeenkomende met het hoogduitsche Italiäner, voor het meer boeksche Italiaan. En Portegies, in plaats van Portugees, was oudtijds de gewone volksuitspraak van dit woord, die ook thans nog van onze zeelui, vooral van die van frieschen stam, gehoord wordt.
In Friesland maken de namen die op den verbasterden form enga uitgaan, in getal wel de helft uit van de namen die op den oorspronkeliken form inga eindigen. Een ander verschil dan in spelling bestaat er overigens niet tusschen deze twee namengroepen.
Sibout of Sibolt, voluit Sîgbolt, Sîgbalt, is een schoone, volle oud-germaansche mansvóórnaam, die in Friesland en Groningen nog in gebruik is onder den form Sibout meest in Friesland, als Sibolt meer in Groningerland. En zoo komen ook de geslachtsnamen Sybouts in het eerste, Sibolts in het laatstgenoemde gewest voor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek