United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vroeger stonden er veel gebouwtjes en winkels op de bruggen, net als op de Beursbrug in Parijs in den ouden tijd en op de Ponte Vecchio in Florence; maar overal zijn die bouwsels verbrand en men is er niet toe overgegaan, ze weer op te bouwen. Achter Sopoer krijgt men het Voelar, het grootste meer in Kaschmir, te zien.

Hij was uitsluitend de geleerde, en scheen voor het kunstleven zeer weinig belangstelling te hebben. Florence, waar hij kort vertoefde, scheen tot hem niets te zeggen te hebben. Voor de kunst, die daar opbloeide in de ateliers van een da Vinci, een Michel Angelo, een Raphaël, een fra Bartolommeo, had hij geen oog.

De smalle bedompte straat, de opeenvolging van kleine huisjes, allen naast elkander langs den straatweg in het gelid staande, de eenvormige bouwstijl: dit alles vormt de scherpste tegenstelling met de dorpen in het gebergte, waaraan de herinnering onuitwischbaar in het geheugen blijft gegrift. Zijn wij inderdaad buiten of nog altijd in eene voorstad van Florence? Daar is grond voor die vraag.

Nu richt hij zich over Florence naar Rome, "de hoofdstad der aarde". Reeds tweemaal is hij daarheen op weg geweest, en tweemaal heeft "een sterke magneet" hem onverhoeds naar 't Noorden getrokken. Hij vreest dat hij ook nu Rome niet zal bereiken, en in zijn bijgeloovig ongeduld besluit hij telkens zijn weg te bekorten, allerlei kunstschatten dan maar niet te zien. Ten leste gunt hij zich geen tijd meer om zich bij het slapengaan te ontkleeden: dan is hij eerder klaar met het bekijken van merkwaardigheden die hij zich niet m

Dit duurde een tijd, een vrij langen tijd zelfs, maar op die overspanning moest noodzakelijk uitputting volgen; en na de laatste wanhopige worsteling met Florence, was de kracht van Pisa niet slechts gebroken, maar vernietigd.

CHAUCER die, eveneens met eene zending naar Italië belast, een jaar te Genua en Florence vertoefde, deed anders: hij kocht handschriften der werken van DANTE, PETRARCA, BOCCACCIO, bestudeerde die en bracht langs die nieuwe baan zijn eigen kunst tot hooger ontwikkeling.

Maar," ging hij zuchtende voort, "niet altijd zijn zij voor de menschen veilig. Ziet gij daar aan de regterzijde broeder Fhilippus, den naamgenoot van onzen Heiligen Benitius van Florence?

Pinuccio sprak tot hem: Gij moet ons dezen nacht herbergen; wij geloofden Florence te bereiken maar konden dit niet, zoodat wij op dit uur hier zijn gekomen. Hierop antwoordde de waard: Pinnaccio, gij weet wel, hoe moeilijk ik een man kan herbergen, maar omdat het geen tijd meer is elders heen te gaan, zal ik u naar mijn vermogen huisvesten.

Het duizelde mij een beetje. Ik had naar Jan willen toe vliegen om hem te zeggen, dat hij nog een paar dagen blijven moest, om de nieuwe schilders te zien, de nieuwe dichters te hooren... Maar te gelijker tijd wist ik nièt of ik blijde was Jan te kunnen zeggen, dat Florence niet dood was, dat er jong leven trilde in Florence... of dat ik heel treurig was, misschien wel omdat het zoo mistte en heelemaal geen uur en licht was om naar San Marco te gaan om nog eens voor de honderdste maal Fra Angelico te bewonderen.

Maar laat ik tot de geschiedenis overgaan: Messer Forese en Giotto hadden in Mugello hun bezittingen en toen messer Forese de zijnen was gaan zien, in dien tijd van den zomer als de rechtbanken vacantie nemen en op een slecht karrepaard er heen ging, ontmoette hij den reeds gezegden Giotto, die eveneens de zijnen bezichtigd had en die naar Florence terugkeerde.