United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Madzy, onmachtig de snelle vaart te bedwingen, welke de monnik aan haar paard gegeven had, reed een wijl hijgende en schier sprakeloos naast hem: nauwelijks waren zij echter een honderd roeden verder, of zij greep den monnik angstig bij den arm: "Om Gods wil!" riep zij: "laten wij niet verder gaan! Zij zullen den armen Feiko vermoorden!"

Zoo gij over den heuvel heen kondet kijken, gij zoudt de zee zien schuimen als een ziedende pot. Aha! eindelijk is Feiko klaar." "Waarlijk, Heer Olderman," zeide Feiko, die met de wapenrusting aan kwam dragen: "ik had niet gedacht, dat UEd. er zoo spoedig weer gebruik van zoudt maken; en er waren een paar spijkertjes aan de beenstukken noodig, die...." "Wat beenstukken!

Naast haar reed Feiko, wiens oplettend oog al de bewegingen van het paard zijner wedergevonden meesteres gadesloeg, ten einde in staat te zijn, zoo er iets gebeurde, dadelijk met zijn hulp bij de hand te kunnen zijn.

Wel zonden hem de boogschutters eenige pijlen achterna; maar de tooverkast, die den nar op den rug danste, verstrekte hem tot een schild: en in weinige oogenblikken was hij uit het gezicht. Wat Madzy betrof, op hetzelfde tijdstip, waarin de kloeke daad van Feiko de aandacht der bende op hem had gevestigd, was de cistenser monnik haar op zijde gekomen.

"Neen Broeder!" zeide de Abt, zich een traan uit het oog vegende: "Deodaat en nog een knaap zijn op den avond na den brand, toen gij op Awert-State waart, door Feiko halfdood in de kelders van het klooster gevonden: de Heer van Aylva en ik werden er alleen van onderricht, en wij besloten de beide jongelingen binnen Scharl verborgen te houden, uit vrees, dat het volk hen zou ombrengen.

"Freule Madzy! freule Madzy! waar is freule Madzy?" riep Feiko, die op dit oogenblik de kamer binnenstoof. "Wat is er van uw dienst?" vroeg Arkel: "en wat beduidt deze woeste manier van binnen te stuiven?" "Ik zoek Jonkvrouw Madzy Dekama, die gij opgesloten houdt," riep de eerlijke Feiko: "ik moet mijn brave Jonkvrouw terughebben."

Met deze woorden scheidden zij, en de Olderman begaf zich naar de haven. Hier deed zich een dof gemompel hooren: verscheidene menschen liepen met drift heen en weer, en Feiko, naar de aanleiding van het rumoer gevraagd hebbende, kwam aan Aylva melden, hoe Norwert in brand stond, en hoe het gerucht reeds door de stad liep, dat de gansche vloot aldaar geland was.

Deodaat zweeg en vergenoegde zich kalm om zich heen te zien, terwijl hij Feiko volgde, die hem niet zonder moeite en kracht van ellebogen een weg baande door den volkshoop, die zich slechts opende om zich weer dadelijk achter hen te sluiten.

Een onwillekeurige trilling beving haar: zij vermande zich echter en rees op. De deur ging open: maar wie schildert haar verbazing, haar opgetogenheid, toen zij, in de plaats van haar gevreesden vervolger, Aylva's dienaar, den getrouwen Feiko voor zich zag. Hoe deze in zulk een gepast oogenblik verscheen, zullen wij in het volgende hoofdstuk ophelderen.

De vergadering volgde zijn voorbeeld en schikte zich weder tot orde: en de Ambtman, het perkament, dat een der wapenknechten hem half verscheurd had toegebracht, weder toevouwende, maakte zich gereed om te vertrekken, toen er een nieuw gedruis op den landweg ontstond; maar ditmaal van de zijde van de Lemmer: hoefgetrappel deed zich hooren: een viertal personen steeg aan den ingang af, en de wakkere Feiko kwam juichende het plein oploopen.