Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


»Hebt gij wel bedacht, Helleen," begon de laatste, »welk een fakkel gij zoo even in de wereld hebt geslingerd?" »Slechts kinderen en dwazen handelen onbedacht." »Gij vergeet de door hartstocht verblinden." »Tot dezen behoor ik niet." »Toch is de wraakzucht de vreeselijkste van alle hartstochten." »Ja, als men er in eene oogenblikkelijke opwelling gehoor aan geeft.

De administrateur die op een dag aan zijn huis, of aan een tabaks-schuur, een bamboekokertje vindt hangen met een miniatuur houten mes en fakkel als zinnebeelden van doodslag en brandstichting, begrijpt daaruit dat er een Batak op de onderneming is die grieven heeft.

De dienst van Artemis was, evenals die van Apollo, door geheel Griekenland verbreid. De hond, het hert, het zwijn, de beer en de kwartel zijn haar gewijd. Zij wordt gewoonlijk voorgesteld als eene slanke en vlugge jageres, met hoog opgeschorte kleederen, hooge schoenen, pijl en boog; in hare tempels stonden echter ook beelden met lange kleederen, die behalve den boog nog een fakkel droegen.

Deze vulkaan verlichtte als een ontzaglijk groote fakkel de vlakte, zoover het oog reikte.

Boven de poort ziet gij het wapenschild van de orde van Sint-Dominicus: een hond, met een brandenden fakkel in den bek, waarmede hij de wereld verlicht.

Ha, jij daar, oorworm! jouw gezicht bevalt me. Ga mede en draag het licht in je scharen! Loopkever, loop! en zoek een dwaallicht of haal een fakkel van hout, dat rottend is. De dieren kregen ontzag voor zijn gebiedende stem en gehoorzaamden. Toen daalden zij af in de wormengang. Voorop de oorworm met het lichtend hout, dan Pluizer, dan Johannes. Het was eng en duister daar beneden.

Begeleid door fakkel- en lantaarndragers, bewoog de stoet zich langzaam in plechtige staatsie, voort. Overeenkomstig den aard van Serapis, was daarbij veel dat aan den dood moest doen denken. De Koningin was met de beteekenis van ieder beeld, iedere standaard, iedere kist, iedere bijzonderheid van de muziek en het gezang vertrouwd.

Menig bejaard ridder ging in zijn oude dagen in een klooster gelijk van vele helden uit de gedichten verteld wordt en diende trouw zijn hemelse heer, wanneer hij niet langer de macht had om zijn aardse heer te dienen. »Toen ik de eer had", zeide zulk een oude edelman in 't klooster, die ootmoedig 't werk van een kaarsdrager op zich genomen had, »ridder te zijn in de wereld en graaf, droeg ik gewillig de fakkel van een sterfelik koning; zou ik dan nu niet des te gewilliger een kaars dragen voor de hemelse keizer die ik nu dien?"

De bedrieger was intusschen ook in de stad geslopen en zwaaide vervolgens een brandende fakkel in de lucht, als een teeken voor de in de nabijheid toevende Grieken om weder te naderen. Toen klopte hij zacht aan den hollen buik van het paard en de opgesloten helden kwamen stilletjes te voorschijn.

En ik bid u, Wees niet ontdaan. Neen, haal het er weêr af. Wat let het of ik bloed? Mijn eedle Heer, gij ziet dat ik gelijk had. Mijn zwaard is fijner staal, beter gehard. En nu dolk tegen dolk. SIMONE: Blusch uit den fakkel, Bianca. Nu, mijn Heer, Nu tot den dood van éen van ons, of beiden, Of misschien alle drie. Ha! duivel, heb ik je eindlijk in mijn greep?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek