Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Elinor had altijd gedacht, dat het verstandiger zou zijn, als zij zich vestigden op eenigen afstand van Norland, dan vlak in de buurt van hunne tegenwoordige kennissen. In dat opzicht bestond dus voor haar geen reden, zich te verzetten tegen haar moeder's plan om te verhuizen naar Devonshire.
Dan zouden we genoeg hebben om te trouwen, en het overige konden we dan overlaten aan den tijd en het gunstig toeval." "Het zou mij altijd aangenaam zijn," antwoordde Elinor, "een bewijs te leveren van mijn achting en vriendschap voor den Heer Ferrars; maar ziet u niet in, dat mijn voorspraak in dezen geheel overbodig zou zijn?
Elinor ging, zoodra hij was heengegaan, aan haar teekentafel zitten, bleef den geheelen dag druk bezig; zocht noch vermeed zijn naam te noemen, scheen bijna niet minder belang te stellen dan anders in hun aller aangelegenheden, en zoo zij al door dit gedrag haar eigen verdriet niet kon verzachten, het werd er althans niet onnoodig door verzwaard, en zij bespaarde haar moeder en zusters veel zorg omtrent haar gemoedsgesteldheid.
Ik ga morgen naar Oxford." "Je zoudt toch niet zijn vertrokken," zei Elinor, zichzelve nu weer meester en vastbesloten, zoo spoedig mogelijk datgene af te doen, waartegen zij zoo opzag, "zonder onze goede wenschen te ontvangen, ook al hadden we je die niet persoonlijk kunnen doen toekomen. Het was waar, wat Mevrouw Jennings je heeft gezegd.
Spoedig stond mijn besluit vast, en om acht uur van morgen stapte ik in mijn rijtuig. Nu weet u alles." Elinor gaf geen antwoord.
Hier werden zij gestoord door de komst van een derde, en Elinor ging heen, om alles in eenzaamheid te overdenken, haar vriend het beste te wenschen, en toch tegelijkertijd eene opwelling van medelijden te gevoelen met Willoughby.
"Heb je niets gewonnen?" "Integendeel," antwoordde Elinor, terwijl ze Marianne veelbeteekenend aanzag. "In theorie," zei Edward, "sta ik geheel aan jouw kant, maar ik vrees dat ik in de praktijk op je zuster gelijk. Ik wensch nooit aanstoot te geven; maar ik ben zoo belachelijk verlegen, dat ik dikwijls lomp lijk, terwijl ik alleen word belemmerd door mijn aangeboren onhandigheid.
"Verbeeld je," zal ik tegen hen zeggen, "ik begrijp niet, waar jelui 't vandaan haalt. Ik aan den dokter schrijven, stel je voor!" "Nu," zei Elinor, "'t is altijd goed, op alles te zijn voorbereid. Uw antwoord hebt u ten minste klaar." Juffrouw Steele wilde verder doorgaan op dat onderwerp; maar daar zij haar eigen gezelschap nu zag aankomen, scheen iets anders haar meer dringend.
"O," riep de oudste Juffrouw Steele, terwijl ze met een veelbeteekenenden blik naar hen omzag, "ik wed dat Lucy's vriend precies even bescheiden en beminnelijk is als die van Juffrouw Dashwood." Elinor kreeg haars ondanks een kleur. Lucy beet zich op de lippen en wierp haar zuster een boozen blik toe. Allen bleven een tijdlang zwijgen.
Zij gaf het oogenblikkelijk terug, terwijl zij de gelijkenis erkende. "Ik heb hem nooit mijn portret ervoor in ruil kunnen geven," ging Lucy voort, "en dat spijt mij geducht; want hij was er altijd zoo op gesteld het te hebben. Maar ik ben van plan het te laten maken, zoodra de gelegenheid zich voordoet." "Daar hebt u gelijk in," antwoordde Elinor bedaard. Zij liepen een poosje zwijgend verder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek