Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Toen sprak hij tot de dwergen: »laat mij die kist, ik zal er voor geven, wat ge vraagt.« Maar de dwergen antwoordden: »Wij geven haar niet; niet voor al het goud dat in de wereld is.« Toen sprak hij: »schenk haar mij dan, want ik kan niet leven zonder Sneeuwwitje te zien; ik zal haar eeren en hoogachten als wat mij het allerliefste is.« Toen hij zoo sprak, werden de goede dwergen bewogen en gaven hem de kist, en de koningszoon liet haar door zijn dienaren op de schouders wegdragen.
Toen Thonarr eens uitgereden was naar het Oosten en den zomer medegenomen had op zijn tocht, was zijn dochter, het vruchtbare zaad, alleen achtergebleven in de macht van de krachten, welke onder de aarde wonen, en een van de dwergen had zich met haar verloofd. De goden hadden dit goed gevonden, want geen van allen had zich om haar bekommerd, acht maanden lang.
De stommen waren, even als de pages, ten getalle van zestig. De dwergen hadden ook het voorrecht de binnenvertrekken te bewonen; gewoonlijk vervulden zij de rol van narren; de mismaaktsten en de afzichtelijksten waren het meest gezocht. Een blik in den harem.
De koningin bezag haar met een gruwelijken blik, en lachte hardop: »wit als sneeuw, rood als bloed, zwart als ebbenhout!« deze keer kunnen de dwergen je niet weêr opwekken. En toen zij thuis haar spiegel vroeg: »Spiegel, spiegel aan den wand, Wie is de schoonste in 't gansche land,« toen antwoordde hij eindelijk: »Vrouw koningin, gij zijt de schoonste in 't land.«
De zwarte en blanke eunuchen, de dwergen, de stommen, de vrouwen en de jonge dienaars van den sultan woonden in de binnenvertrekken; hun aantal bedroeg ongeveer drieduizend. Zij behoorden niet tot het turksche ras. De meesten, als christenen geboren en onderdanen van den Grooten Heer, waren kinderen der schatting.
De held was verloren Die vond in een nachtelijk gevecht dit zwaard met z'n vurige runen, Wijd in het rond beroemd, het kostlijkst der zwaarden van 't Noorden. Tegnér's Frithiof. Het weggaan van de dwergen.
Wij zijn nu getuigen van de kletterende inbreuk der proletariërs, een vierden staat, zal ik maar zeggen. Morgen heeft deze ook zijn zatte bekomste, en dan rijst een vijfde staat, de geweldige massa van zieken en gebrekkigen, achterlingen, idioten, dwergen en gedrochtelijken.
Zoodra Bragi geboren was in de met druipsteen behangen grot waar Odin Gunlods liefde had gewonnen, begiftigden de dwergen hem met een gouden tooverharp, en zetten hem op een van hun eigen schepen en zonden hem de wijde wereld in.
Ik hoorde gisteren spreken van een reus, die zal moeten bukken als hij de Voorpoort doorgaat." "Nu, dat is vast een leugen," meent Jan. "Zulke groote reuzen heeft men niet. Ik vind echter niet veel pleizier aan al die reuzen en dwergen en dikken en mageren. Ik ga liever Woensdag dien kerel eens zien, die uit Amsterdam komt."
Zij vertoonen zich graag bij warmen zonneschijn en helder maanlicht aan jonge schaapherders en koewachters, kammen het lange haar, kloppen vlas, hekelen, spinnen, en wijzen, stampend met den voet, de plekken aan, waar een schat bedolven ligt. Tot de elfen behooren ook de dwergen of aardmannetjes, in Noord- en Zuid-Nederland overbekend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek