United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rust kwam er evenwel niet; want de Duinkerkers waren er nog met hunne roofschepen, en, al zeî ook heel de wereld, dat wij de eerste mogendheid ter zee waren, daaraan stoorden deze luiden zich niet, ja, 't was of ze met den dag brutaler werden. Onderwijl wij voor Duins lagen hadden zij hun kans waargenomen, en ze waren aan het rooven getrokken, dat het een aard had.

De Ammiraal van die vloot was Don Antonio D' Oquendo, die in dien tijd voor een heelen bol doorging. Maar eer die vloot in Het Kanaal kwam, had Tromp nog een ander appeltje te schillen met de Duinkerkers. Die luî waren met den dag brutaler geworden.

En, het mag gezegd worden, zijn de Duinkerkers en Spanjolen knap in het stelen, ze zijn ook knap in het aan den haal gaan. Toen we van dien vijand zoo netjes afgekomen waren, was er wat te doen in ons Landje, en de Heeren Staten waren er zoo mede in hunnen schik, dat ze Tromp eene prachtige gouden keten gaven. De Koning van Frankrijk vereerde hem met de orde van Sint-Michiel.

Onderwijl Ammiraal Tromp dan de Duinkerkers vervolgde en heel deftige bezoeken in Engeland bracht gingen wij naar Portugal om dat land een handje te helpen tegen de Spanjaarden. Behalve Gijsels, die onze vlootvoogd was, hadden we onder hem nog als Vice-Ammiraal Jacob Pieterse Tolck, en als Schout bij Nacht den Vlissinger, Michiel Adriaensz. De Ruijter. Onder dezen laatsten diende ik.

Onderwijl we zoo tegen de Duinkerkers kruisten kreeg De Haese, dit was de naam van het schip waarop ik voer, bevel om met nog eenige andere vaartuigen, die onder het oppergezag van Ammiraal Aertus Gijsels stonden, naar Portugal te stevenen om daar den nieuwen Koning een handje tegen de Spanjaarden te helpen.

"Top, dat doe ik! Maar woord houden, hoor!" "Een man, een man; een woord, een woord! Maar nu naar de Engelschen en de Duinkerkers uitgekeken!" "Ik meende daar straks een zeil te zien!" "Toen ik je zoo heen en weer schudde?" "Neen, vernageld kanon, toen niet; maar zoo even! Kijk, daar is het weer!" Thans keek Huib in de door Jonge Kees aangeduide richting en riep: "Eén zeil!

'T is anders zoo duidelijk en klaar als een lantaarn in het donker. Door die slimme en dappere Duinkerkers telkens gefopt, moesten we op het laatst ook wel slim en dapper worden, of we wilden of niet! We werden, als ik het zoo eens zeggen mag, zoo glad als een aal, zoo slim als een vos, zoo brutaal als een wolf en zoo dapper als een leeuw.

Alleen list kon hem redden. De koopvaarders doofden de lichten en zochten in de duisternis te ontsnappen, maar de Ruyter liet integendeel verscheidene lichten bijzetten en dreef langzaam met weinig zeilen voort. Die groote kalmte en de vele lichten brachten de Duinkerkers in den waan, dat zij met een oorlogsschip te doen hadden, en zij bleven daarom op een eerbiedigen afstand.

Ik wil je wel zeggen, dat ik hard verlangde om weer eens een poosje aan den wal te leven; maar daar kwam niet veel van! Nauwelijks toch was ik aangekomen of 't was alweer maar: "Vooruit, Huibje! Help de Duinkerkers eens achter den broek zitten!" Was d