Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Mogt het nat met koken niet dik genoeg worden, dan kan men er een weinigje aardappelmeel of paarlsago doorroeren. Bij het opdoen neme men de vruchten, die niet voor moes bestemd zijn, uit het sap; men legt ze, met een lepel, goed geschikt, met de grootste bovenop, op den schotel, en gebruike vooral geene vork om er in te prikken. De saus giet men er eerst over als zij op tafel worden gebragt.

Op één liter kokend water neemt men voor dunne pap 80 gram, voor middelmatige 110 gram en voor dikke 160 gram boekweitemeel, die men al roerende eerst in kleinere daarna in grootere scheuten in het kokende water schudt. Men blijft doorroeren totdat men er zeker van is dat er geen klonters meer in de pap zijn. Men dient de pap op met kandijstroop of met bruine suiker of met compote.

Als de kastanjes koud zijn, worden ze met de appelen en tomaten vermengd onder toevoeging van de citroensaus, bereid volgens R. 146. Men laat den schotel nog een uur staan vóór het opdienen. Zwitsersche Sla. Daarna moet men de kropsla, behandeld volgens R. 434, er goed doorroeren.

Men roert een theelepel meel en 5 eijerdoijers, met 4 1/2 maat witten wijn, en voegt er dan 3 goede lepels suiker, wat citroenschil en eenige stukken pijpkaneel bij, terwijl men dit alles, onder gestadig roeren, tot aan de kook laat komen; dan giet men de saus in de sauskom over, en blijft het roeren nog even voortzetten. Men kan er na het overgieten een glas rhum doorroeren. Koude punchsaus.

Roer 250 gram boter tot room, roer daarna een voor een 5 dooiers door de boter en 250 gram suiker; daarna de gezifte bloem en 120 gram gemalen of zeer fijn gesneden zoete amandelen. Men kan er ook het geraspte geel van een citroenschil doorroeren. Men bakt de taart gedurende een uur in een matig heeten oven, nadat men eerst het stijfgeklopte wit der 5 eieren door het beslag heeft geroerd.

Men laat de helft van de melk koken, doet de rijst er in met wat kaneel en foelie, en laat haar langzaam zacht worden; dan eerst voegt men de overige melk, met suiker en zout er bij, en laat de soep nog een weinig doorkoken. Op het laatst kan men om te binden er nog een weinig aardappelmeel doorroeren. Voor iedere persoon rekent men op 4 1/2 m. melk en 3 1/2 l. rijst. Soep van paarlgarst.

Bij het gebruik kan men er alleen de noodige suiker doorroeren of ze ook met kaneel en suiker even opkoken. Kruisbessen en kersen. Deze worden behandeld volgens No. 55, maar moeten iets langer koken. Ook moeten zij op een zonnigen dag geplukt en niet gewasschen, maar afgeveegd worden.

Als de bloem lichtbruin gefruit is, doet men ze in een pannetje, voegt er dan roerende twee kopjes heet water aan toe en blijft doorroeren, totdat het heeft doorgekookt en het een gebonden saus is geworden. Daarna voegt men er boter bij, die men eerst heeft laten snerken en laat alles gezamenlijk nog eens doorkoken.

Na broeiïng als in R. 371, zet men de gierst op een zacht vuur met 5 maatdeelen water tegen één maatdeel gierst. Zoodra de gierst kookt, roert men er goed gewasschen pruimedanten door. Het gewicht der pruimedanten moet men even groot nemen als dat der gierst. Griesmeelpap. Breng een liter zoete melk aan de kook, stort er 80 gram griesmeel roerende in en blijf doorroeren tot de pap gaar is.

Melk wordt aan de kook gebracht en daarin wordt geroerd een papje, dat verkregen is door de maizena met koude melk te roeren, zonder dat er klontjes worden gevormd. Men blijft doorroeren tot de pap gaar is, wat na enkele minuten het geval zal zijn. Men neemt 70 gram maizena op één liter melk. Men handelt met parelgortpap als in R. 376 voor gortpap is voorgeschreven.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek