Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Men snijdt daarop de ham in dunne sneden en zet die in een diepen schotel, zóó naast elkander, dat de vetzijde bovenkomt; men giet er dan de volgende saus, die men vooraf heeft gereed gemaakt, zoo warm mogelijk overheen: een goede bouillon, uit 2 of 3 pond vleesch bereid, volgens A, No. 8, wordt gebonden met een paar lepels gefruit meel, gekruid met zout en citroenschijven, en daarmede doorgekookt.

Daarna doet men alles weer bij elkaar en bindt de soep met gefruit meel en de noodige uien. Zout en soja naar smaak. Linzensoep I. Men fruit een paar fijngesneden uien lichtgeel. Men doet er de vooraf in zacht water geweekte linzen bij met eenige fijngekookte aardappelen, wat selderij, eenige fijngesneden worteltjes en wat koud water.

Indien men van eene gans witte ragout wil maken, gebruikt men daarin eenige gesneden uijen, een paar laurierbladen, citroenschijven en peper; in plaats van het bloed, neemt men dan wat licht gefruit meel om de saus te verdikken, en bindt die ten slotte met het doijer van een ei en wat notemuskaat.

Bij andere gerechten zal de saus beter smaken, als het meel bij het fruiten een gele kleur gekregen heeft, terwijl bij nog andere, bij bruine boonen bijv., het meel lichtbruin gefruit mag wezen. Men handelt als in R. 130 bij stoofsaus is voorgeschreven, behalve dat men niet alleen bloem, maar ook een of twee fijngesneden uitjes in boter fruit.

Hardgekookte eijeren worden aan schijfjes gesneden, met boter en zout gefruit en met gehakte pieterselie opgedischt. Kampersteur. Hardgekookte eijeren snijdt men in de helft door en giet er mosterdsaus over.

Het is niet mogelijk om alle bestanddeelen met maat en gewigt op te geven; de smaak en de ondervinding doen hier veel af. Hier volgen eenige algemeene wenken. Het meel voor lichte jussausen wordt zoo lang in de boter gefruit, tot het opkomt en geel ziet; voor bruine sausen roert men het met de boter tot het bruin is geworden. Bouillon of water giet men er kokend bij.

Men dient ze op met klare boter of met een stoofsaus, bereid uit het nat der kastanjes, dat men gebonden heeft met bloem in boter lichtgeel gefruit. Kastanjes met appelmoes. Zijn de kastanjes, bereid volgens R. 302 of 303, gaar, dan maakt men ze fijn en vermengt ze met zure appelen, die van de klokhuizen zijn ontdaan en in stukjes gesneden.

Men geeft deze saus bij tongen of tarbot. 1/2 lepel bloem wordt met boter geel gefruit; dan gekookt met ruim 2 m. bouillon, wat foelie en citroensap. Als het kookt, roert men er 2 o., 1 1/2 l. boter, benevens eene goede hoeveelheid gepelde garnalen door, neemt de pan van het vuur en bindt de saus met 3 eijerdoijers. De garnalen mogen zoo min als oesters medekoken, daar zij dan hard worden.

Men spreidt de eieren met de saus op een platten schotel uit en garneert den schotel met langwerpige stukjes gefruit wittebrood en takjes peterselie. In een vuurvast schoteltje, van binnen met boter besmeerd, breekt men een ei stuk, zoodat de dooier heel blijft. Men doet wat room en geraspte kaas over het ei en laat het een kwartier in een flink verhitten oven bakken.

Als de morieljes volgens A, No. 10 geprepareerd zijn, smoort men ze in boter zacht, voegt er dan licht gefruit meel bij, benevens jus of bouillon, foelie, citroenschil en zeer weinig citroensap of azijn. Men laat de saus koken met wat gehakte pieterselie en bindt haar met een paar eijerdoijers. Men geeft dit bij kalfsvleesch. Olijfsaus.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek