United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tong moet fijn gekorven worden, in water met zout gekookt en met pieterselie- of eijersaus gegeten. Schelvisch moet fijn gekorven en rond gebonden worden, in water met zout gekookt; men geeft er mosterdsaus bij. De lever wordt afzonderlijk in eene sauskom met vischwater opgedaan en gepresenteerd op sneedjes geroosterd brood gesmeerd, met boter, mosterd, peper en zout er over.

Men snijdt eene leng in 3 of 4 stukken en zet die een nacht vóór dat men ze wil gebruiken in koud water; schrabt er de zwarte schubbetjes af en strooit op ieder stuk wat zout, rolt het stijf op en bindt het vast, waarna men ze 3 uren zachtjes kookt. Men presenteert er rijst, aardappelen en schijven gebakken uije bij, benevens boter- of mosterdsaus.

Bliek kookt men in water met zout en eet ze met mosterdsaus. Gekookte steur. Als een steur is uitgehaald, moet men hem niet terstond eten, omdat hij dan nog taai is, maar men moet hem, in een doek geslagen, een paar dagen op de steenen in den kelder laten liggen.

Hardgekookte eijeren worden aan schijfjes gesneden, met boter en zout gefruit en met gehakte pieterselie opgedischt. Kampersteur. Hardgekookte eijeren snijdt men in de helft door en giet er mosterdsaus over.

Mosterdsaus. Men welt boter volgens No. 19, roert er dan eene goede hoeveelheid mosterd door en bindt de saus met eijerdoijers. Zuringsaus. Een stuk boter, ter grootte van een ei, wordt met een opgehoopte lepel meel gefruit; dan voegt men er eene handvol goed afgestroopte en kleingesneden zuringbladeren bij, en roert die tot zij fijn zijn.

Dan wordt er zooveel kokend water bijgegoten, dat het vleesch half onderligt, en de pan stijf gesloten, zoodat de damp er inblijft, en op deze wijze laat men het nog een uur smoren. Rundergehakt met mosterdsaus.

Sterke azijn wordt gekookt met gesneden uijen, knoflook, dragon, laurierbladen, heele peper, nagelen en zout; dan door eene zeef gegoten, en, als het koud geworden is, met gemalen mosterdzaad dooreengeroerd. Men kan deze mosterdsaus in goedgekurkte flesschen lang bewaren. Mieriksaus.

Gedurende twee uren laat men het langzaam, maar onafgebroken, koken; dan snijdt men een kool en eenige rapen in stukken, en laat die met enkele aardappelen en wat schorseneren in de soep gaar koken. Men kleurt haar met gebruinde boter en dient ze voor met reepjes geroosterd brood er in, terwijl men het vleesch met mosterdsaus presenteert. Jussoep.