United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ze was zoo stil, men merkte niet dat ze er was; alles aan haar was stil, het kopje met den bleeken bloedloozen neus, stil; en de oortjes steil, aan de randen droog en dor, zonder een knipje beweging; ze was een doodstille zieke zóo; alleen achter in haar halftoeë oogen donkerde en schroeide de levende koortspijn.

Hij zag alleen nog, vaag in de vale schemering van het uitstervend vuur, Teums onbewegelijke, stokkerige, grijs-gekousde enkels en zijn bleeke klompen. De oude klok tikte nu overluid in de doodstille, donkere keuken en geheimzinnige schaduwen schenen laag over den vloer en om de wanden langzaam heen en weer te kruipen. Jantje werd bang.

Den volgenden dag ging Rozeke naar 't kasteel en vroeg of zij haar vriendin nog eens mocht zien. Door een zwijgenden knecht werd zij in een sombere, doodstille kamer gelaten en na een poosje hoorde zij een zacht geruisch van rokken en vóór haar stond de donkere gestalte van het stille nonnetje, die haar fluisterend met zich mede wenkte.

De dwerg, bevrijd uit den boozen drang der baroenen, grinnikte en zette zich spottend, gedrochtelijk, met de spichtige armen over de vergroeide knieën op het lamoen van de kar, terwijl doodstille Gawein leed en lag. Ik zal wachten! grinnikte de dwerg. Uw welgevallen zal ik, hooge heeren, wachten!

Ha, daar fluit het ijzeren gevaarte in de verte! Van alle zijden komen de bedienden uit hoeken en kanten geloopen, uit magazijnen en barakken gekropen. De metalen stem van den monsterwagen hertoovert de doodstille statie in een woelig veld, en het is onder allerlei geroep en geschreeuw, dat het gevaarte stilhoudt. Nu jaagt de moederlijke boezem onstuimiger: het gelukkig oogenblik is aanstaande!

't Deussien gunk rond en elk bekeek Absalon en zien schobbejak van een ezel, en onze knegt, die arg zunig is, weug het op de haand en toe krulde ie weer de bovenste lippe in de heugte en de onderste um deele en keek ie Margien an as of ie wol zeggen: »zon deussien koop ik dij ook maor wat ligter." Daorna gunk ik an't vertellen en ze waren allemaol doodstille.

Het werd een broeiend heete, doodstille, koolzwarte nacht. Geen sterretje aan den hemel, die als met krip overtogen was.