Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Een wandeling in den maneschijn besluit den dag. Haar stemmetje verandert de donkerte der bosschages in klaar licht. Bij het slapengaan verneemt hij van zijn makker dat Friederike nog niet verloofd is.
Het venster was zoo goed als dicht gemetseld; de tegen de ruiten aangeplakte mist, sloeg een waren muur van duisternis op. Achter dien muur strekte zich de leegte, het onbekende uit. In de stilte verrees niets anders dan een luid geruisch, een luide stem, die de donkerte vervulde. Wij hadden de arbeiders weggezonden en enkel onze oude dienstbode Marguerite bij ons gehouden.
67 Ik weet niet wat hij zeide, hoewel ik reeds boven op den rug was van den boog die daar loopt; maar wie daar sprak, hij was tot toorn bewogen. 70 Ik keek naar beneden; maar mijne levende oogen konden door de donkerte niet tot aan den bodem komen: waarom ik: "Meester, maak dat
Hij klopte zijn vunzende pijp uit tegen zijn schoenzool, stapte dan verder, de haven toe ... Voor hem, tusschen de donkerte der stofferige boomkruinen, zag hij vagelijk spitsen hel-gele of blanke masten, waaraan kruisten de raas, dik van opgerolde zeilen ...
Lachende gezichten, opene monden, grijpende handen, 't krioelde klaar op in de donkerte van grauwe jassen en wintermouwen. En de lichte confetti stoof op bij scheuten, in waaiers van licht of wolkjes van lichte kleuren.
Want, ziet ge, mijn laatste hoop is in u. Mag ik op u berusten? Ja, moeder. Ze zei 't trage en vastberaden. Een plotselijke emotie schoot op in Ursule, en op hare lippen kwam roeren de kleine krulling van een heimelijken lach. Ze bleef een wijle in de voordeelige donkerte alreeds genieten van de zegepraal, die naderend was.
En 't joodje, den arm om de lappen, schuw en met stil gekwijn, liep het trapje weer op, begon z'n verlegen gehandel bij de chipsmakers aan de overzij. Een donkerte doordruilde de zaal, vreemd en loom, besloop als geschemer het zonrood der ruiten. Er moest een wolk over de zon zijn geschoven. Stug-bleek licht overscherpte de hoofden, de banken, vergrauwde den damp der sigaren.
Met haar kleine koele hand in de zijne daalden zij den weg af, zij in vluggen gang om zijn schreden bij te houden en nu en dan omkijkende in de donkerte van het gebladert. Aan den voet van den heuvel kwamen zij aan opene velden, waar 't bleeke koren stond, en steeds zwijgend keerden zij rechts een voetpad in met jonge populiertjes ter weerszijden. De grond was hier vlak en zij liepen langzaam.
Zij had hem zien gaan, haar man, haar geliefde, zij had hem langzaam zien wechgaan, vóor de duisternis nog viel, onder de hooge boomen. En zij zat hem te wachten, nietwaar, het was immers zoo? Zoo meteen kwam hij te-rug. Maar hij moest toch wel ver zijn gegaan, want zij zag hem niet meer, geen slipje van zijn mooye jas. En al die donkerte was tusschen hen, breed en zwaar, ondoordringbaar.
Zoodat Madeleen plots de deur opensmeet en daar stond, zonder een traan, zonder een woord, lijk een doode overend.... Late in den avond kon Goedele naar huis gaan. De groote woonste was haar gansch vreemd geworden, zooals die vóor haar in de donkerte, heel massief, achter het hekken oprees.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek