Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
"De goden stonden op Namen hun paarden, vingen aan hun rit Over de Bifröst, brug die Heimdall hoedt, Naar Yggdrasil, den esch, naar 't Idavold, Thor kwam te voet, maar heel de rest te paard. Van al de goden ging alleen Thor, de dondergod, nooit over de brug, uit vrees dat zijn zware tred of de hitte van zijn bliksem ze zou vernielen. De god Heimdall hield er dag en nacht de wacht.
De meeste legenden, die met Raiden en zijn verwante geesten in betrekking staan, zijn van een kwaadaardige natuur; maar in het volgende verhaal zien wij, dat het kind van den Dondergod grooten voorspoed aanbracht. Dicht bij den Berg Hakuzan leefde eens een zeer arme landbouwer, Bimbo genaamd.
Shokuro, die op goeden voet wilde staan met Toru, het hoofd van zijn district, beloofde hem den Dondergod te zullen pakken.
Een eeretitel van alle Buddha's. O-ana-mochi. "Bezitter van de Groote Opening" van den Fuji. Oho-yama. De Geest der Bergen. Onamuji of Okuni-nushi. Zoon van Susa-no-o. Hij regeerde in Izumo, maar trok zich terug ten gunste van Ninigi. Oni. Een algemeene naam voor booze geesten. Otohime. De dochter van den Drakenkoning. Raiden. De Dondergod. Raitaro. De zoon van den Dondergod. Rakan.
Dat kon de arme Rikiki immers niet uithouden! Lang vóór dat termijn was afgeloopen zou hij dood zijn! De beide dames konden haar emotie niet bedwingen en begonnen te schreien. De generaal liep even, als een vertoornde dondergod heen en weer over 't dek en bleef dan starend, met gespannen trekken, kijken op het omgewoeld rivierwater, alsof hij zelfmoordplannen brouwde.
"Indien ik", zoo sprak Shokuro, "den navel van een mensch zou kunnen vastbinden aan het uiteinde van een vlieger, en dien op een stormachtigen dag zou oplaten, zou ik Raiden zeker kunnen pakken, daar de Dondergod niet in staat zou zijn aan zulk een maaltijd weerstand te bieden. Het is echter moeilijk een navel meester te worden."
Breidt zich mijn heerlijkheid niet uit aan alle kanten? Van een almachtig Heer wij beide zijn gezanten, Van God, die zijnen troon op 's Hemels vout pilaart. Regeert hij in de lucht, ik heersch hier op der aard. Hij is, die 's Hemels loop stiert op de hooge polen. Ik denk, gelijk de Nijl omdraait de watermolen. Hij is de Dondergod en 't bliksemende licht.
Nu elk, gelijk voorheen verwaande Phaëton, Die trotsche voerman van de kleppers van de zon, Of als Salmoneus, die den Dondergod braveerde, De zweep in handen neemt, schoon hij nooit mennen leerde. "Heerlijk! fraai gezegd!" riepen allen om strijd. "Nou!
Eenige dagen later was Shokuro buiten, terwijl hij jacht maakte op den Dondergod, en zijn vlieger met zijn afgrijselijk aanhangsel hoog over de boomen heen en weer vloog in den krachtigen wind. Chiyo zag den vlieger, en daalde hoe langer hoe meer. Eindelijk pakte zij hem en zag zij, wat er aan bevestigd was.
De Godenliederen volgen elkander in de volgorde der groepen van Lente-, Zomer-, en Herfst- en Winterzangen. De aarde bevindt zich in de macht van den winter als de zonnegod haar ziet. Hij tracht zich met haar te vereenigen, en de bruiloft van zon en aarde is de lente in Bloesemenland. In den winter was er geen onweer: de dondergod was zijn hamer kwijt, maar na lentebegin haalt hij hem terug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek