United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heerlijk vooruitzicht voor een bediende! Gil Blas, laten we geen tijd verliezen, beste vriend; laten we dadelijk naar den domheer gaan. Ik wil je zelf aan hem gaan voorstellen en borg voor je blijven." Fabricius brengt Gil Blas bij den kanunnik Sédillo. In welken staat zij dezen vonden en hoe zijn huishoudster er uitzag.

Een oogenblik later diende ik een soep op, die men aan den lastigsten directeur van Madrid had kunnen voorzetten, en daarna twee voorgerechten, die den zinnelijken smaak van een onderkoning zouden geprikkeld hebben, indien juffrouw Jacinta er niet de kruiderijen zoo in gespaard had uit angst dat deze het podagra van den domheer zou verergeren.

Hij was een waardig domheer in het oude Mainz, daarbij een zanger bij de genade Gods, die tallooze vrome hijmnen dichtte en toonzette, ter eere van de reinste aller vrouwen, doch tevens ook menige welluidene harptoon aan de wereldlijke liefde gewijd heeft.

Zijn afgezant OTTO VAN LANGEN, Domheer van Ments, verklaarde dat verbond voor nietig, en verbood den Groningers, namens den Keizer, zich hier eenig regt of gezag aan te matigen . Vruchteloos wendde hij alle moeite aan om de verdeeldheden bij te leggen, en den zoo lang verloren vrede te herstellen.

Hoe groot een fijnproever de domheer ook was, beloofde hij toch stipte gehoorzaamheid. Toen liet Sangrado mij een chirurgijn halen en liet om te beginnen mijn meester zesmaal flink aderlaten om aan het transpireeren tegemoet te komen. Daarna zei hij tot den chirurg: "Meester Maarten Onez, kom over drie uur terug om dezelfde hoeveelheid te laten en begin morgen opnieuw.

Nadat hij weg was, vroeg de domheer mij hoe ik heette, waarom ik mijn land verlaten had en noodzaakte mij zoodoende door zijn vragen in het bijzijn van juffrouw Jacinta mijn geschiedenis te vertellen. Ik vermaakte hen beiden vooral met het verhaal van mijn laatste avontuur.

Maar door den grooten lof, dien hij mij toezwaaide, verblindde hij toch de oogen van den domheer, die ook ziende dat ik juffrouw Jacinta niet ongevallig was, tot mijn aanbeveler zei: "Mijn vriend, ik zal hem, dien ge mij aanbeveelt in dienst nemen; hij lijkt me nog al en ik heb een goed denkbeeld van zijn zeden, daar hij mij door een knecht van den heer Ordonnez is voorgesteld."

Daarop verlieten wij het herbergje en mijn metgezel zei tot mij: "Ik zal je meteen naar den kanunnik Sédillo brengen, oud domheer van het kapittel dezer stad, die gisteravond zijn knecht juist heeft weggejaagd. De kanunnik Sédillo is een vriend van mijn meester en ik ken hem heel goed.