Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


En zoo werd de rijstbouwer van den Sultan rietbouwer van den fabrikant, verhoudingen uit den tijd van de Hindoevorsten overgebracht op de moderne industrie, en de Djokjasche sawahs veranderd in wimpelende riettuinen, waar in de plaats van het wachtershuisje, speelplaats van op rijstdiefjes passende kinderen, de fabriek verrees, dreunend van den slag der door een beek gedreven machine.

Van een derde, geplaagd met een zwak gestel, dat de kilte van de Djokjasche nachten slecht verdroeg: maar die rheumatieklijder als hij was, er op uit ging, elken dag om de ontginningen te inspecteeren, die hij overal in de streek had liggen. Dat is het Westersche element, dat niet ten onder te brengen was door welke verslappende invloeden ook.

Het Djokjasche volk is gewonnen, geboren en getogen in een wereld, die, met alles wat op haar leeft, en beweegt, het eigendom is van éen oppermachtig wezen, zoo verheven en in alles volmaakt, dat hij een godheid schijnt meer dan een mensch. De macht van den Sultan is zoo alomtegenwoordig, alles omvattend, alles doordringend in die wereld, als in de stoffelijke de dampkring.

De aanstaande Djokjasche landheeren, erfgenamen in een zekeren zin van de Compagnie, wier val hun opkomst immers pas mogelijk maakte, waren huns gelijken en kornuiten. En er zullen er wel ettelijke onder geweest zijn van het slag wien de Compagnie den recommandatiebrief placht mee te geven, met de drie H's, die niet beteekenden "Helpt Hem Haastig," maar "Houdt Hem Hier."

Niet van suiker kweekten zij een grondige en omvattende kennis, maar van menschen, van Djokjasche menschen, van den Sultan, den Kraton en den land-houdenden adel, meest van al. De grond was onuitputtelijk rijk: elken dag in den Oostmoesson scheen de zon, elken dag in den Westmoesson regende de regen, wat kon het riet anders doen dan groeien?

De inlander of ook wel de halfbloed welk een menigte van menigten Indo-Europeanen zijn er te Djokja! zal den vreemdeling, trotsch, zeggen: "Er wonen tienduizend menschen, mannen, vrouwen en kinderen, in den Kraton." Een ambtenaar van het binnenlandsch bestuur, uitstekend kenner van Djokjasche toestanden, zegt mij: Vierduizend.

Dan eerst zal voor hem een nieuw leven kunnen beginnen. Djokjasche Landheeren Er zijn er geen meer. Een reorganisatie, dieper gaande dan eenige die het beleid van regeerders bedenken of bewerkstelligen kan, heeft hen weg-georganiseerd: de hervorming van de suikerteelt na de groote crisis.

Juist, ik weet dit! Te Ngawi is de Regent verwant aan het Djokjasche hof. Ik ken Ngawi, want ik was twee jaar lang in de Baglen, dat in de buurt is. Ik zou te Ngawi hetzelfde moeten doen wat ik hier gedaan heb: dat zou nutteloos heen-en-weer reizen zyn. Bovendien, 't is my onmogelyk dienst te doen op de proef alsof ik me slecht gedragen had!

Een Vorstenlandsch gebruik is voor hem de "adat" bij uitnemendheid. Een sarong of een hoofddoek uit de Vorstenlanden is een kostbaar en ook gelukaanbrengend bezit. Geen grootere glans kan verleend worden aan een regenten-familie dan door een huwelijk met een Solosche of Djokjasche vorstendochter. Van dien grootste daalt het gezag verminderd wel, maar niet in aard veranderd, op de kleineren af.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek