Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


De grond van Djokja is het eigendom van den Sultan. Volkomen als een middeleeuwsch vorst in Europa, en nog machtiger zelfs dan die, in dit opzicht dat geen geestelijke macht tegenover hem staat, zooals de kerk stond tegenover de koningen van den feodalen tijd, is hij de groot-grondbezitter, de eenige. Alle andere bezit is van het zijne afgeleid, voorwaardelijk, tijdelijk.

Telkens vragen wij ons af: is dat nu een man of eene vrouw? In de Kraton in Djokja hadden wij ook enkele zulke typen opgemerkt, maar dan waren het meestal kleinzonen van den sultan van Djokja; hier vinden wij dat Sinhaleesche type onder bijna al de mannen in de straten. Een groot deel van den arbeid buitenshuis valt in Solo den vrouwen ten deel.

Er bleef iets als een atmosfeer van avontuur en gevaar om hem zweven, zelfs hier in Djokja. Hij kwam een samenzwering op het spoor in den kraton. Een van de bijvrouwen van den Sultan, een eerzuchtige, geestkrachtige, onversaagde vrouw, zooals er tusschenbeide, verwonderlijk, opstaan uit den allen geest en moed verstikkenden druk van het kratonleven, was de ziel ervan.

Ook de temperatuur, die hier alleen midden op den dag erg warm is, is overigens zoo heerlijk, dat men zich geen aangenamer kan denken; zoodat, alles te zamen genomen, de zes dagen, die wij in Djokja doorbrachten, mede behooren tot de zeer interessante en zeer aangename, die wij in onze koloniën sleten.

Er is betrekkelijk veel nijverheid in Djokja: maar, alweer, van een armelijk, sukkelend slag. In een afzonderlijke wijk bijeen wonen bij voorbeeld kleermakers.

In de eerste plaats bevat Solo een geheel andere Europeesche bevolking dan Djokja en in de tweede plaats moest de vrouw, die hier alles geleid en geregeld had en van wie de geheele bezieling uitging, juist eenige dagen te voren Solo verlaten om met haar man en kinderen naar Holland af te reizen.

Maar niettemin, niettegenstaande zulke algemeene voordeelen als de Westersche exploitatie op zichzelf en zulke bijzondere als het rechtvaardigheidsgevoel van een goeden beheerder aan het volk van Djokja aanbrengen, blijft het er slecht aan toe. Die voordeelen maken de nadeelen niet goed. De hoeveelheid loon die zij derven door gedwongen arbeid is te groot.

Dit kan zeker nog wel te hoog zijn, maar er blijkt toch uit, dat ook bij die uitbarsting de hoeveelheid uitgeworpen stof veel grooter was dan bij Krakatau. In onze koloniën is de uitbarsting van den Tambora zeker de meest grootsche die wij kennen. De duisternis duurde toen op Madoera, 510 kilometer van den vulkaan, nog drie volle dagen; zij strekte zich uit tot Solo en Djokja.

Er zijn schoenmakers, timmerlui en schrijnwerkers, vervaardigers van wayang-poppen en dergelijke curiositeiten, waarnaar de al veelvuldiger naar Djokja komende vreemdeling vraagt, goud- en zilversmeden, en zelfs een enkele wapensmid, die de edele oude kunst van het pamor-smeden uitoefent en een meester is in zijn vak. Maar wat is dat alles arm en klein!

Een geheel anderen indruk dan in het huis van den prins Paku Alam in Djokja, krijgt men hier in de woning van den onafhankelijken prins Mangku Negoro. Hoewel ook het huis Mangku Negoro min of meer in Europeeschen stijl ingericht is, verschilt het toch hemelsbreed van dat van zijn prinselijken broeder. Wij woonden hier eene receptie bij, waarop de prins in kolonels-uniform zijne gasten ontving.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek