Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 oktober 2025


Weldra werd ook Kees wakker. Hij begaf zich naar de rivier om zich te wasschen en eens naar de djaloer te zien. Deze was er nog. Alleen bleek het water nog meer gezakt te zijn, zoodat de tocht dien dag nog grooter moeilijkheden zou opleveren. Weldra was hun maaltijd gereed. Ze verzadigden zich en brachten de rest in de djaloer voor onderweg.

Op zekeren morgen gingen Kees en Marti, vergezeld van een groot aantal Tapangers, op weg naar de pangkalan, ten einde zich daar in te schepen voor de terugreis. Bij de aanlegplaats gekomen, vonden ze hun djaloer nog in goeden staat. Ze brachten hun zaken in het bootje. Daarna wilden ze afscheid nemen van hun vrienden, die ze nooit weer zouden zien.

Toen de Dajak, die het bootje losgemaakt had, in het water stapte om nu ook in de djaloer te komen, gaf Marti plots den anderen, die op den rand van het vaartuigje stond, een hevigen stoot, zoodat de man, die op zoo'n onverhoedschen aanval in 't geheel niet bedacht was, voorover in de rivier tuimelde....

Beiden keken uit, of er ook een doorgang was, doch ze konden niets bespeuren. »We moeten er uit!" riep Kees. »Ja, heer," antwoordde Marti en stapte voorzichtig uit de djaloer op den boomstam. Kees volgde en nu schoven ze met vereende krachten het vaartuigje over de hindernis. Weldra zaten ze weer in het bootje en roeiden onverdroten verder.

Daar was het gevaarlijke punt bereikt. Plotseling schoot de djaloer met bliksemsnelheid vooruit. Het bootje kreeg een hevigen schok, zoodat Kees er bijna uitgeslingerd werd. Een groote golf sloeg over de lage boorden en onmiddellijk daarop bemerkten Kees en Marti, dat ze zich weer in wat rustiger stroom bevonden. Ze waren de riam gepasseerd.

Over een paar weken zit je in een mooi huisje in de kampong en dan heb je verder een prettig leventje." »Ik ben maar een domme man, heer, maar ik kan toch nog niet gelooven aan al dat moois," zei Marti, die toch onwillekeurig moest glimlachen bij de luchthartige woorden van Kees. »Het wordt tijd om verder te gaan, Marti," zei deze en hij maakte zich gereed om in de djaloer te stappen.

Slechts nu en dan hoorde men door de stilte de geluiden van een paar vogels en het geschreeuw van een paar apen. Dan heerschte weer het geheimzinnig zwijgen van de ongerepte oernatuur. Met veel moeite en overleg stuurde Kees Smit de djaloer weer een hoek om. Weer lag een recht gedeelte van de rivier voor hem.

De oever is hier hoog en biedt een geschikte aanlegplaats. We moeten toch nog koken ook." Kees zag eens rond en terwijl hij de djaloer naar den wal stuurde, antwoordde hij: »Ja, het is hier wel goed; laat ons hier van nacht maar blijven."

Als de bodem hoog en rotsachtig wordt, moeten we scherp uitkijken. Dan moeten we de boot over land langs den waterval sleepen en een eind benedenwaarts weer te water gaan. We kunnen er onmogelijk door heen sturen; de stroom is te woest en te sterk gezwollen." Kees was het geheel met Marti eens. Hij zweeg, om nu weer al zijn aandacht aan het besturen van de djaloer te wijden.

Moeizaam pagaaide de Maleier met een dajong het ranke vaartuigje tegen den stroom op, terwijl de Europeaan, achterin gezeten, bij de talrijke en vaak zeer scherpe bochten van de rivier de djaloer behendig om de hoeken stuurde. Waar het vaarwater een eind rechtuit liep, hielp hij een handje met roeien en dan schoot het lichte ding ineens veel sneller voort.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek