United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


De rookers en drinkers en de andere vrouwen aan de tafeltjes schreeuwden daar tusschen door, joelend en dol, dierlijk en dronken. Toen begon de dans weer, verwilderd, heet, lijf tegen lijf, paar tegen paar. Grietje zat stil. Maar met heel-zacht praten, met een stem van vertrouwelijkheid, kreeg ik het er uit, langzaam, stotterend, aanstijgend tot ingehouden woede.

Maar hij werd langzamerhand bedaarder en men kon hem meer vrijheid laten. Men kreeg reeds meer en meer hoop. Hij legde zelfs zijn instinct van vleeschetend dier af en nam ook minder het dierlijk voedsel aan, dat hij op het eiland gebruikte; hij had niet zulk een afkeer meer van gebraden vleesch dan hij aan boord van de Bonadventure getoond had.

Maar deze, zegt de teleoloog, zijn door hunne levenswijze tegen het opnemen van plantaardige vergiften genoegzaam gewaarborgd; en zij hadden dus geene behoefte aan diezelfde ongevoeligheid. Wacht U, hierin eene verklaring te zien! Nog een derde punt in de verhouding van het dierlijk organismus tot de voedsels verdient allezins onze aandacht.

De De Génestets Jan Rap ziet op degenen, die zich verheugen in den ondergang van al wat rein is en edel: "Als hij 's avonds laat thuis komt psalmzingt hij: Vrijheid! Blijheid! "Zijn geweten is van ruim fatsoen en tamelijk versleten." In één woord. 't Is de dierlijk lichtzinnige mensch. Neen waar streven naar volmaking is, in den edelsten zin, daar is geen Jan Rap, daar is godsdienst.

Ofschoon nu hier de mensch niet in aanmerking komt doordat zijn verstand zoozeer meerderwaardig is boven zijn lichamelijkheid, levert hij ongetwijfeld het voorbeeld van de grootst mogelijke volmaaktheid; hoe meer dan ook een dierlijk organisme het zijne nadert, hoe volkomener is het.

De geheele aarde, hoe verschillend de temperatuur zij van hare oppervlakte, is met dierlijke wezens bevolkt. Van de tropische gewesten af, waar, onder de brandende zon in het zenith, de temperatuur der lucht zelfs de bloedwarmte kan overtreffen, tot in de oorden van eeuwig sneeuw en ijs, overal treedt dierlijk leven ons tegemoet.

Ik geloof, hernam Rupert, dat die jongen zeer onzinnig een noodeloos gevaar loopt. Waar toch bemoeit hij zich mede? Zijn er in de massa gelukzoekers en middelmatige avonturiers, die woelen op den bodem van onze maatschappij, dan niet genoeg politiekers te vinden en moet hij het luxusalaam, waarmede hem het toeval bedeeld heeft, aan de behandeling besteden van een laf en dierlijk volk?

Het menschelijk wezen verbetert niet en gaat niet vooruit door zijn dierlijk instinkt, maar door de wijsheid en macht van een aangekweekt verstand en een aangekweekten wil, welke hem in staat stellen zijn handelingen te leiden, zijn instinkten te beheerschen en te wijzigen, opdat deze niet hem zullen regeeren.

Ik wierp met u een' blik op de prachtvolle harmonie van het dierlijk leven, en al die pracht zagen wij aan ijzeren boeijen geketend. Maar een hooger beginsel ademt de harmonie, waarmede gij eenparig streeft naar hetzelfde verheven doel: want, in dit streven kent gij geene wetten, ziet gij geene noodzakelijkheid. Gij gevoelt: het geschiedt met bewustzijn, het berust op vrije wilsbepaling.