Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Placida Van Woumen is schoon; er is goedheid in haar hart. Wie weet? misschien zal ik haar de liefde kunnen schenken die zij verdient...." In Dakerlia's oogen, welke zij nu ontdekte, vlamde een vreemde blik. De ridder begreep hem niet, doch deinsde er van terug en bleef vragend op de maagd staren. "Placida?" riep zij, "Placida zal u ongelukkig maken, arme Robrecht!" "Hoe kunt gij het weten?"
Hij troost haar?" "Zooals gij zegt, Disdir; toen ik in de ziekenkamer trad, hield Robrecht eene van Dakerlia's handen en ik zag dat hem van medelijden de tranen in de oogen stonden." "De lafaard! Een man weenen als een meisje!" gromde Disdir Vos op zonderling nijdigen toon. "Lafaard? Robrecht Sneloghe een lafaard?" herhaalde Willem Van Wervick verbaasd. "Omdat hij deernis heeft met ...?"
"Eilaas, daaraan denken wij niet meer", zuchtte Robrecht. "Late de goede God Dakerlia's vader genezen! Andere wenschen voeden wij niet; anders vragen wij niet in onze gebeden." Er lichtte eene vonk van blijdschap in Disdirs oogen; want de treurige woorden van Robrecht bevestigden de verborgene hoop zijns harten. "Ik twijfel niet, of wij zullen u binnen acht dagen te Veurne zien", zeide hij.
Al gaande overwoog hij eerst wat Disdir hem had gezegd, doch even ras keerden zijne gedachten op zijn eigen lot en op het verlies van alle levenshoop voor hem zelven. Weder werd hij treurig, bovenal toen hij voorbij sher Wulfs Steen moest en het hoofd afkeerde om het gevaar te voorkomen van Dakerlia's blik te ontmoeten.
Reeds moest de draagbaar sher Wulfs Steen bereikt hebben, vooraleer de lieden, die men uitgezonden had, met koud water en edik terugkeerden. Nauwelijks had men Dakerlia's voorhoofd en wangen bevochtigd, of zij opende de oogen, staarde eene wijl als zinneloos op degenen die haar omringden, sprong dan recht en zocht de draagbaar met den blik. "Mijn vader, mijn arme vader!" kreet zij. "Dood, o God!
In alle geval, hij heeft, toen er spraak was van zijn huwelijk met Placida, mij verklaard dat hij beslissend van Dakerlia's hand afzag." "Ik geloof het wel", bemerkte Burchard. "Men trouwt niet met twee vrouwen te gelijk." "Neen, zoo eenvoudig was zijne verklaring niet. Hij beloofde mij zelf ten mijnen gunste bij Dakerlia te pleiten.
Hij, door dien eersten straal van mogelijke genegenheid tot hem verrast en ontroerd, greep Dakerlia's hand; maar als hadde deze aanraking haar door een gevoel van afschuw tot bewustheid van haren toestand teruggeroepen, de jonkvrouw ontrukte hem sidderend hare hand. "Gij blijft onverbiddelijk voor mij!" gromde Disdir gekwetst.
Toen jonkver Sneloghe haren arm van den hals harer vriendin terugtrok, rolden twee dikke tranen, als glinsterende parelen, op Dakerlia's wangen. "Welk kommervol gepeins schiet u dus eensklaps door den geest?" vroeg Robrecht verwonderd. "Welk kommervol gepeins?" herhaalde de maagd met eenen blik, die straalde van blijdschap. "Neen, neen, het zijn tranen van dankbaarheid.
Wij, uiterst welgemoed over onze behoudenis, trokken langs Veurne naar Lampernisse...." Hier werd Dakerlia's stem eensklaps dof en zij onderbrak haar verhaal. "Welnu?" vroeg Robrechts zuster. "Wat geschiedt u? Tranen in uwe oogen?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek