Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Hij liet zich van het paard glijden en zwom naar kant. Het water viel uit zijn broek lijk uit een pomp, hij liep door den hof, maar bleef staan, getroffen door den fijnen reuk en 't schoon koleur der bloemen. Zie die honderden rozen, vuisten dik, opengerold en opengebroken tot sneeuw of wijnenrood en morgendroos en safraangeel verbleekt in melk.

Men vond eerst een laag zwarte teelaarde, 9 duim dik, die zeer gemakkelijk door te steken was; daarna 2 voet fijn zand, dat zorgvuldig bewaard werd, als bruikbaar bij het maken van den binnenvorm. Vervolgens witachtig leem, veel gelijkende naar het mergel in Engeland, 4 voet dik. Na deze aardlagen stootte het houweel op een harde rotslaag, bestaande uit versteende schulpen, zeer droog, zeer vast.

Ga maar gauw naar buiten; je komt vooreerst niet weer binnen, hoor je. Voort, gauw!" Dik stapte naar buiten. De goede jongen begreep zeer goed, dat hij het verbruid had, en toch had hij het niet met eene kwade bedoeling gedaan. Daarvoor hield hij te veel van zijne moeder.

"Nu, nu, Mijnheer de Ephor," zei Mevrouw Wenche, terwijl ze de haarspelden uit haar dik haar nam; maar door 't noemen van het woord "Ephor" moest ze weer lachen en lachend ging zij in haar slaapkamer. Professor Lövdahl sprong op; maar ze was al weg; hij mompelde een paar woorden, maar ging toen weer zitten.

"Schreeuw maar zoo leelijk niet, bruine boon," zei Dik, die hem den hengelstok toestak. "Daar, houd vast, dan zal ik je er weer uittrekken.

Deeze vrucht, zoo groot als het hoofd van een kind van agt of tien jaaren, schynt een zoort van Orange te zyn. De schil is zeer dik, bitter, en van een ligt of citroen geele kleur. 'Er zyn twee zoorten van. Het vleesch van de eene is wit; dat van de andere, bekoorlyk helder rood; en men kan zonder hinder, 'er eene groote hoeveelheid van eeten.

Eindelijk begrepen Moeder Griet en Dik beiden, dat het zoo niet langer ging, dat er verandering moest komen. En die verandering kwam. Het huisje naast den winkel kwam te huur. 't Was een allerliefst huisje, wel klein, maar keurig net. 't Was een huisje voor een paar oude menschen, die rustig hun ouden dag wilden doorbrengen.

Op den achtsten Februari was Dik zes jaar geworden, en op den eenendertigsten Maart daaraanvolgende stapte Jan Trom de kamer van den hoofdonderwijzer binnen, om dien te vragen, of zijn zoon den volgenden morgen op school zou kunnen komen. "Goeden avond, meester." "Goeden avond, Trom. Hoe gaat het? Ga zitten."

Sommige van die boomen waren zoo ontzettend dik, dat de inboorlingen van één boom een kano konden maken, groot genoeg voor honderd man. Langzaam zeilde Columbus voort, en kwam den 5en December aan de oostelijkste punt van het eiland.

Ze zag er niet vriendelijk uit, en ze was zoo bleek en schraal, dat Dik haar, al stond ze hem niet aan, met innig medelijden aanstaarde. Hij voelde zich vrij wel op zijn gemak, en was bijzonder goed gemutst. Dat was hij trouwens onder alle mogelijke omstandigheden des levens, behalve wanneer hij honger had.

Woord Van De Dag

witgrijs

Anderen Op Zoek