Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Wij wilden dien middag een voorstelling geven van Crusoe en Vrijdag bezig met het bouwen van hun tent en wij hadden het dus, zooals van zelf spreekt, bizonder druk! Tieka wou graag Robinson Crusoe wezen en had zich daarvoor zeer potsierlijk uitgedost.
Men zal zich herinneren dat Vrijdag eertijds op het eiland gebracht was door de Kannibalen met het doel om gekookt en opgegeten te worden en dat hij voor dit lot behoed werd door de stoutmoedigheid van Robinson Crusoe, evenals naderhand ook Vrijdag's vader en anderen van zijn landgenooten.
Crusoe trok den ontrouwen knecht aan een van zijne lokken en riep bevelend: "Gauw meehelpen! Anders komen wij voor den nacht niet klaar!" toen ... de deur open ging en de barones von Zercläre in ruischende zijde haar voet op het onbewoonde eiland zette!
Maar de menschen op het eiland van Robinson Crusoe ondervonden weldra, dat er groote bezwaren verbonden waren aan de methode van handeldrijven uitsluitend op den grondslag van directe goederenruil, bezwaren van zulk een ernstigen aard, dat deze, wanneer zij niet werden weggenomen, wel eens allen verderen vooruitgang in beschaving en maatschappelijke ontwikkeling voor de toekomst onmogelijk zouden kunnen maken.
't Waren wilden... Ja, maar zy die 't vonnis sloegen, gingen voor beschaafd door. En bovendien, ook die wilden behooren tot ons geslacht. Het trof me reeds als kind, dat Robinson Crusoë, die zich zoo ongelukkig waande op z'n onbewoond eiland, van schrik dacht te sterven toen hy door 't zien van voetstappen ontdekte dat z'n eiland niet onbewoond was.
En bij een dergelijk onderzoek ligt de waarheid van de volgende grondstellingen zoozeer voor de hand, dat het onnoodig is om deze nader aan te toonen: 1e. De spelden, naalden en messen, de schaar en de stof waren van zeer veel nut voor Robinson Crusoe, omdat zij tegemoet kwamen aan een dringende behoefte van zijn kant, en omdat zij zijn comfort en geluk belangrijk vermeerderden. 2e.
Neen, zei mijnheer Van N. , bedenkelijk het hoofd schuddende, de kop, waarop die woorden doelden, was die van een mensch, een christenmensch, en wel van een dominee. Ik dacht terstond aan de Kanibalen, waarvoor Robinson Crusoë, en ik met hem, eens zoo geschrikt was, en ik opperde de veronderstelling, dat het misschien een van die heeren was, die dit gezegd had.
"Groen lijf en gele staart, met iets als een slablad dat boven uit zijn kop groeit. "Arme Robinson Crusoë," noemde hij hem als-ie weer thuiskwam na zijn vaart om zijn eiland heen. "Arme Robinson Crusoë," waar zijt ge geweest, Robinson Crusoë?" De man dacht dat hij droomde, maar dat was toch niet zoo: Het was de papegaai die 't zei, weet je.
De man, dien Robinson Crusoe tot minister van finantiën van het eiland benoemd had, meende het kwaad te kunnen verhelpen door nog wat meer kauri's uit te geven maar het baatte niet meer.
De eerste, die zoo handelde, was een minister voor het binnenland van het eiland, wiens voornaamste werk het was om de heidenen voor wie, zooals men zich herinneren zal, Robinson Crusoe bijdragen inzamelde, van rundvleesch te voorzien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek