Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Toen daarom de tijd van zijn tribunaat was afgeloopen, zochten zij met geweld zijne herkiezing tegen te gaan. Elf jaren later vatte Cajus de taak op, die zijn broeder niet had kunnen volbrengen. Hartstochtelijk en onstuimig kwam hij op voor de rechten van 't verdrukte volk; maar zijne pogingen stuitten af op den onwil van den senaat en de zelfzucht der aanzienlijken.
Reeds in het jaar 1561 beschreef Cajus Britannicus het Manenschaap naar aanleiding van een vel, dat hij uit Mauritanië had ontvangen. Daarna kreeg men gedurende geruimen tijd geen nieuwe berichten over dit dier, waarvan voor 't eerst weer door Pennant en later door Geoffroy melding werd gemaakt.
PUBLIUS. Ik meen, het zijn de zoons der keizerin, Demetrius en Chiron. TITUS. Wat, Publius! o foei, foei! nu dwaalt gij zeer; Deze een heet Moord, die ander Vrouwenkracht; En daarom, boeit hen, beste Publius, boeit hen; Gij Cajus, Valentinus, grijpt hen aan; Dit uur, hoe vaak hebt gij 't mij hooren wenschen! Nu is het daar; dus boeit hen stevig; stopt Den mond hun, als zij schreeuwen willen.
De vrienden herhaalden den uitroep in koor, de slaven zwaaiden de fakkels. Daar komt zij! vervolgde hij, en wees op een naderende galei. Welk zeeman zou een ander liefje begeeren? Is uwe Lucretia bevalliger, vriend Cajus? Met stralende oogen keek hij naar de galei, die zijn lof waardig was. Het witte zeil stond bol en de riemen gingen in volmaakte regelmaat en met vleugelslag op en neder.
Hij veronderstelde dat hij met Cajus bevriend was, die op zijn beurt weer omgang had met Agrippa; en hij, Antipas, zou in ballingschap worden gezonden, waar ze hem misschien zouden verwurgen. Herodias trachtte hem met kleinachtende welwillendheid gerust te stellen. Eindelijk haalde ze uit een kistje een vreemdsoortige medaille, die den beeldenaar van Tiberius droeg.
De breede straat, waar aan het Amphithéater aan den eenen kant uitkomt, doorgaande, ziet men aart het eind derzelve, ter regterhand, den fraaijen Tempel van Cajus Cæsar, dien de Franschen den zoo onbeduidenden naam van Maison Carrée hebben gegeven.
TAMORA. Vaar, Andronicus, wel; de Wrake tracht, Wat vijand is, te leev'ren in uw macht. TITUS. Ik weet, dit doet gij; lieve Wraak, vaarwel! CHIRON. Spreek, oude man, welk werk hebt gij voor ons? TITUS. Geduld maar! ik heb werks genoeg voor u. Publius, kom hier! komt, Cajus, Valentinus! PUBLIUS. Wat is uw wensch? TITUS. Spreek, kent gij deze twee?
Haar hoog opgetrokken neusvleugels trilden; de vreugde van een triomf glansde over haar gelaat, en met forsche stem begon ze, terwijl ze den arm van den Viervorst schudde: "Cesar is ons welgezind! Agrippa is gekerkerd!" "Wie heeft het u gezegd?" "Ik weet het!" En ze voegde erbij: "'t Is wijl hij het keizerschap wenschte voor Cajus."
Aan dien toestand zocht een edel broederpaar een einde te maken, n.l. #Tiberius# en #Cajus Gracchus.# Zij waren zonen van #Sempronius Tiberius Gracchus# en #Cornelia#, eene dochter van Scipio, den overwinnaar van Hannibal, eene der edelste vrouwen, die Rome weet aan te wijzen.
Hier omstreeks stond een tempel door de Romeinen gebouwd, en aan de beschermgoden gewijd; dit gebouw moet eenige overeenkomst gehad hebben met den tempel van Cajus Cæsar te Nismes, waar van ik, daar zijnde, melding maakte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek